huizen, moeten nu toestemmen, dat de cholera zich in werkelijkheid steeds verraadt door sporadisch optredende gevallen in de lager gelegen ondernemingen en kampongs. Om te verklaren hoe de cholera in de doesoen een half jaar en langer geheim kan blijven om zich dan plotseling te vertoonen, moeten nu zoovele hulpverklaringen gezocht worden, dat het punt van uitgang zelf verworpen moet worden.
Op eene andere plaats zal worden beschreven (door Dr. Schueffner) hoe de geschiedenis der laatste jaren leert, dat bijna steeds nauwkeurig kan worden aangegeven, wanneer de besmeting is binnengekomen, indien in Deli de cholera verschijnt. Het jaar 1906 gaf ons hiervan ook weder een voorbeeld: een kleine epidemie sluit zich aan het binnenkomen van een geïnfecteerde koelieboot aan, terwijl de eerste gevallen met absolute zekerheid op besmetting van uit de geïnfecteerde koeliehongs kon worden teruggebracht.
Een betere inrichting dier koelieloodsen en een betere isolatie daarvan, met andere woorden het oprichten van een quarantainestation, blijft dus een eisch.
In September 1907 kwamen op de onderneming Kwala Bingei in Langkat 3 gevallen van cholera voor. Men zal zich herinneren, dat er toen wel cholera op Sumatra's Oostkust heerschte, doch geheel aan de andere zijde van de Residentie. Asahan toch, dat toen besmet was, ligt 120 tot 150 kilometer ten zuid-oosten van Medan, Kwala Bingei 40 K. M. ten noord-westen. De verbinding tusschen deze bijna 200 K. M. van elkander verwijderd liggende plaatsen is slechts voor een deel per spoor mogelijk,
De drie gevallen kwamen onder een groep immigranten voor, die eerst een tiental dagen in het land waren en dus met de buitenwereld nog zeer weinig contact hadden gehad, terwijl bovendien Kwala Bingei een zeer afgelegen onderneming is. Eene infectie van uit Asahan is dus hoogst onwaarschijnlijk. Veel waarschijnlijker is, dat wij hier te