waar ze op de uitgestrekte braak liggende velden in ledige koelie-huizen of niet in gebruik zijnde droogschuren worden geisoleerd.

In de aldus geisoleerde groepen kwamen te zamen een 20tal cholera-gevallen voor.

Zeer interessant is het volgende: Op 11 Oct. werden des avonds twee Javaansche koelies der onderneming Soengei Sikambing ziek onder verdachte verschijnselen. Het bacteriologisch onderzoek op cholera viel positief uit. Hoe hadden zich deze Javanen geinfecteerd? Met de nieuw aangekomen Chineesche koelies konden zij niet in contact zijn geweest, doch zij woonden aan de Deli-rivier ongeveer 1000 meter beneden de hongs. Zij moeten zich dus op den ochtend of den avond van den tienden Oct., toen het vuil en het spoelwater van uit de hongs in de Deli-rivier werd verwijderd, bij het baden in de rivier hebben geinfecteerd.

Juist kleine epidemieën kunnen soms strenge bewijzen leveren voor den gang eener infectie.

De cholera bleef dus niet beperkt tot de nieuw aangekomenen en na korten tijd deden zich gevallen voor te Bindjei en te Medan. Het is niet op te geven, hoe zich de ziekte toen heeft verspreid, daar er behalve langs de Deli-rivier ook elders onder de nieuwe koelies cholera optrad. Doch het weder was gunstig; October, November en December zijn regenmaanden en de groote regenval zorgt dan voor het schoonwasschen van het land.

Op twee plaatsen bleef de epidemie hangen: in het hospitaal te Soengei Sikambing kwamen enkele gevallen tot het eind van December voor en ook uit de kampong Bindjei werden tot het eind van December gevallen gemeld. Te Soengei Sikambing bleef de epidemie zuiver plaatselijk; telkens deed zich met een tusschenpoos van enkele dagen weder een geval voor, ondanks allerlei maatregelen, totdat na een absolute reiniging van de ziekenzalen, keuken, verplegerswoningen, putten en het geheele terrein de epidemie ophield.