Vele collega's en ook de dokters Djawa zonden geregeld ontlasting op, zoodat men een vrij volledig overzicht kan geven van het optreden der cholera gedurende het laatste jaar.
In 1906 waren tot Oct. geen gevallen van cholera bij het Bestuur of de particuliere geneesheeren bekend geworden.
Op 9 Oct. kwam te Belawan een boot met Chineesche immigranten binnen; aan boord waren gedurende een hevigen storm enkele gevallen van plotselingen dood voorgekomen, die evenwel volgens den Klingaleeschen scheepsdokter niet aan cholera waren toe te schrijven. De koelies werden naar Medan overgebracht en in de zoogenaamde hongs (groote koelie-loodsen) onder dak gebracht. Nog dienzelfden avond kwamen in de hongs drie gevallen van cholera voor; de aangetasten werden onmiddellijk in het hospitaal der Deli-Maatschappij opgenomen.
In de hongs werden alle maatregelen genomen, die noodig leken om eene uitbreiding te voorkomen en reeds den dag na aankomst werden de koelies over de ondernemingen verdeeld. Deze laatste maatregel lijkt op het eerste gezicht vreemd. Waarom niet de koelies bijeen gehouden tot de epidemie was geweken?
De ondervinding evenwel had geleerd, dat de cholera in de hongs groote verwoestingen kon aanrichten: in 1901 brak een epidemie uit onder de in de hongs opgenomen koelies met het resultaat, dat er van 650 niet minder dan 145 overleden. De inrichting der gebouwen maakt trouwens de hongs bijzonder ongeschikt voor quarantaine-station. De loodsen zijn veel te groot en daarom moeilijk te overzien; verder bestaat de badgelegenheid uit een paar groote gecementeerde bassins; de nieuwe koelies zijn niet te weerhouden in de bassins te springen, zoodat één man, besmet met cholera, in staat is alle anderen te infecteeren.
De koelies worden nu over de ondernemingen verdeeld,