Deze getallen mogen nu gering schijnen, het blijkt voldoende, dat gedurende een verblijf te Soerabaija malaria kan worden opgedaan en dat de kans hiervoor in sommige maanden vrij groot is. In 1907 was dit vooral het geval in de maanden Juni, Juli en Augustus, gedurende welken tijd in den geheelen omtrek van het Marine Etablissement zich vele malariagevallen voordeden.

In dien tijd vertoefde de equipage van de Zeeland in de debarkementsgebouwen.

Een mogelijke twijfel omtrent het al of niet voorkomen van malaria aldaar (niet alle gevallen zijn natuurlijk in de gebouwen ontstaan) wordt voldoende door nevensgaand staatje van malariagevallen bij bovengenoemde equipage weerlegd:

H. M. PRIMA IR. R E C I D 1 E F. sterkte

• ZEELAND- Tert. Trop. Quart. Tert. Trop. Quart. | bemann-

MAAND. Ë. I. E. I. E. I. J~E \. E. I. E L E ÏT

Juli 8 4 18 12 - - 1 2 2 1 - - 235 95

Augustus 1 1 14 9 — — 3 1 4 3 — — 235 95

Totaal. . . 9 5 32 j 21 | — j — jj 4 3 6 4

Totaal Géneraal 67 (20 %) 17 (ruim 5 °/0) 330

Hieruit blijkt dus, dat gedurende twee maanden voorkwamen: 67 primaire malariagevallen en 17 recidieven op een bemanning van 330; 20 °/o der equipage is dus in dien korten tijd met malaria geïnfecteerd (van de Europeanen 17 °/0 van de Inlanders 27 °/0.)

Wat verder opvalt, is het groote aantal gevallen van tropica, dat die van tertiana verre overtreft.

Eene bespreking der overige koortsgevallen zal later nog plaats vinden.