De overgroote meerderheid der gevangen muskieten behooren tot deze beide culex-soorten. Om nu een vergelijking te hebben tusschen het aantal gevangen muskieten in de verschillende maanden, werd gedurende het grootste aantal dier maanden gedaan als volgt:

Het tijdstip van het begin van het vangen werd genoteerd, alsmede de verschillende plaatsen waar dit geschiedde; eveneens wanneer hiermede werd geëindigd, zoodat dus op verschillende dagen in een bepaalde tijdsruimte een zeker aantal muskieten waren gevangen, welk aantal (mannetjes en wijfjes afzonderlijk) maandelijks tot een totaal werd vereenigd.

Hoewel dit natuurlijk geen zuivere maatstaf is en het aantal der gevangen muskieten niet alleen afhangt van de hoeveelheid op een zeker moment aanwezig, maar ook van den ijver, waarmede gezocht wordt en de handigheid van den zoeker, zoo is dit toch, over een geheel jaar genomen, wel van eenige waarde, hetgeen ook blijkt uit het feit, dat in de maanden, waarin veel muskieten werden gevangen, ook door de bewoners van Wachtschip en gebouwen van den Torpedodienst het meest hierover werd geklaagd.

Wat nu het Wachtschip betreft, zoo verkeert dit door zijn voortdurend verblijf op de reede in gunstiger conditie dan de gebouwen van den Torpedodienst. Toch is aldaar van tijd tot tijd het aantal muskieten vrij talrijk. Het is dan ook zonder twijfel, dat er broedplaatsen bestaan en wel hoofdzakelijk in het voorste deel van het schip; aan dek bevinden zich aldaar de badkamers der equipage, waarin altijd veel muskieten te vinden zijn. In het water aldaar bevinden zich bijna steeds larven, nu eens meer dan weer minder, wanneer dit op andere plaatsen niet of veel minder het geval is. Laat men deze larven uitbroeden, dan ontwikkelen zich steeds culices, zooals die onder den naam culex annulatus zijn beschreven. Kwamen de op het Wachtschip aanwezige muskieten van den wal, dan zou natuurlijk aldaar dezelfde soort praedomineeren. Zooals gezegd, is dit