Singkawang. Sterkte der bevolking: 35 Europeanen, 13165 Inlanders, 12535 Chineezen en 179 Vreemde Oosterlingen.
Pokken kwamen sporadisch voor. Koortsen kwamen veel ter kennis en zullen wel voornamelijk malaria geweest zijn.
Sintang. Sterkte der bevolking: 36 Europeanen, 91242 Inlanders en Dajaks en 2673 Vreemde Oosterlingen.
In 206 dagen viel 3240 mM. regen.
Er werden 306 personen ter dagelijksche polikliniek behandeld.
Malaria kwam te Sintang zelf weinig voor, wel in de bovenstreken. Huidziekten ziet men veel.
Sambas. Sterkte der bevolking: 22 Europeanen, 1511 Chineezen, 41909 Maleiers en Javanen, 14641 Dajaks, 122 Arabieren en 37 Klingaleezen.
Er viel 3590 mM. regen in 211 regendagen. Epidemieën traden niet op. Catarrhale aandoeningen komen veel voor.
Malaria kwam in zeer hevige mate voor, maar was van geen kwaadaardigen aard.
In sommige kampongs kwam diarrhee met bloedafgang veel voor; er werd echter weinig hulp voor gevraagd, hoewel de ziekte lang niet onschuldig was en nogal sterfte, vooral onder de kinderen, veroorzaakte.
Huidziekten kwamen nog al veel ter observatie, waaronder vrij dikwijls gevallen van uitgebreide her pes zoster op borst en armen.
Door beri-beri werden slechts eenige Chineezen aangetast.
Op de polikliniek kwamen meest malarialijders en lijders aan huidziekten.
Benkajang. Sterkte der bevolking: 20 Europeanen, 510 Javanen en Maleiers, 3200 Chineezen en 11000 Dajaks.
Op 240 dagen viel 3437 mM. regen.
Epidemieën kwamen niet voor. Syphilis komt zeer veel onder Chineezen en Dajaks voor.