Toevallig kon bewezen worden dat deze alleen ingevoerde rijst gegeten hadden.
Toboali. Sterkte der bevolking van de districten T oboali en Lepar: 19 Europeanen, 10994 Maleiers en 2467 Chineezen en andere Vreemde Oosterlingen.
Er viel 3099 mM. regen op 205 regendagen.
De gezondheidstoestand was niet bepaald gunstig.
Van af de maand Juli heerschten op Toboali en de Lepareilanden veel buikziekten (dysenterie, enteritis acuta en chronica).
Op Toboali met totaal 3088 zielen, werden 296 lijders ermede behandeld, waarvan 55 overleden, op Tandjong Ljaboe (Lepareilanden) met 1379 zielen kwamen 162 buiklijders voor, waarvan 29 overleden.
Een 7 tal gevallen van pokken zijn geconstateerd.
De meest voorkomende ziekten onder de mijnwerkers zijn malaria, huidziekten, rheuma en beri-beri. Deze laatste ziekte kwam in de laatste maanden van het jaar sporadisch voor.
Koba. De ziekeninrichting, sinds begin 1906 in gebruik, is berekend voor 6"o zieken van een 1000 taf mijnwerkers. De ruimte bleek echter te gering.
In 't geheel werden 1280 zieken verpleegd, waarvan 21 overleden (op 1 Januari 1906 waren er 13 restant, op 1 Januari 1907, 74 restant).
De meest voorkomende ziekten waren malaria en beenwonden.
Het ziektecijfer wijst een procentage aan (20%!). Vooral de nieuw aangenomenen werden veel ziek.
Beri-beri werd niet bij mijnwerkers geconstateerd, wel 1 geval bij een preventief gevangene.
Besmettelijke ziekten traden niet op.
Eén mijnarbeider en 1 behoeftige Chinees werden met lepra opgenomen en naar Muntok geëvacueerd.
Van de 1280 patiënten stierven 21, te weten 9 aan ma-