Merkwaardig is, dat mijn 4, een beruchte beri-berimijn van vroeger en die ook nu nog steeds het grootste contingent aan kwartierzieken geeft, absoluut vrij bleef van beri-beri, terwijl mijn 5, er dichtbijgelegen en onder geheel dezelfde omstandigheden werkende, juist 't meest werd aangetast.
In mijn 4 krijgen de koelies van af 1 Mei 1906 paddi, die in de mijn zelf ontbolsterd werd, zoodat rijst met zilvervliesje gegeten werd. In de gevangenis te Muntok heeft men dezelfde proef met denzelfden goeden uitslag sinds eenige jaren genomen. De voeding is steeds zeer eentonig.
Onder de bevolking komt beri-beri alleen voor in kampongs, die geen ladangs hebben en dus van passerrijst leven.
De gezondheidstoestand in de mijnen was overigens zeer gunstig te noemen, (3 °/o hospitaalzieken).
Bij nieuwelingen kwam scabies en eczema scroti veel voor.
Overigens kwamen malaria, beenzweren en morbi Veneris als voornaamste ziekten in behandeling.
In de mijnen te Djeboes is het ongeveer gelijk aan die te Blinjoe, hoewel de zindelijkheid meer te wenschen overlaat. Beenzweren komen in dit onderressort relatief minder voor. Beri-beri kwam op een enkel geval na niet voor, evenmin pokken of eenige andere besmettelijke ziekten.
Poepoet. (Soengei Slan). Sterkte der bevolking: 11 Europeanen, 9254 Inlanders, 711 Chineezen (particulieren) en 998 Chineesche mijnwerkers.
Opgenomen werden 532 zieken, te weten: 521 mijnwerkers, 6 behoeftigen, 1 boorman, 1 politioneel gestrafte en 3 prostituées.
Zes mijnwerkers werden wegens beri-beri naar Muntok geëvacueerd. Tien mijnwerkers overleden.
De algemeene gezondheidstoestand der mijnwerkers was niet zeer gunstig.
Malaria en wonden waren de voornaamste ziekten onder de mijnwerkers. Beri-beri kwam echter veel minder voor dan in 1905. De voeding in de mijnen is goed.