dan wel om de malaria-statistiek niet ten onrechte te verzwaren, zoo is dat onder de gegeven omstandigheden onmogelijk, tenzij andere klinische symptomen ons daarbij den weg wijzen.

Parasieten in het periphere bloed kunnen ook bij malarialijders ontbreken gedurende de eerste aanvallen eener primaire infectie, welke men echter zeer zeldzaam onder behandeling krijgt, het meest nog in de garnizoenspraktijk. Over het ontbreken van parasieten bij f. b. haemoglobinurica behoef ik hier zeker wel niet te spreken.

Bij de beoordeeling van de gewraakte mededeeling moeten dan ook al die gevallen uitgesloten worden, waar de patiënt op den dag van het onderzoek of op den volgenden dag koortsvrij blijkt te zijn. Dat de Hr. de Granada juist het oog heeft op deze gevallen blijkt wel uit zijn aangehaald voorbeeld, waarmee ik geheel instem. De Spatieering van mij zal mijn bedoeling duidelijk maken.

„ . . een preparaat wordt gemaakt, men vindt dan „meestal ook indien malaria in 't spel is, geen parasieten „in 't bloed, de temperaturen zijn subfebriel, 'tonderzoek van „een tweede, wellicht een 3de preparaat valt ook negatief uit, „men neemt een afwachtende houding aan en nadat de patiënt „2 a 3 etmalen in de ziekeninrichting vertoefd heeft, treft „men hem bij de middag- of avondvisitie met vrij hooge „temperaturen te bed; nu zijn de parasieten al spoedig „gevonden."

Blijft echter de temperatuur gedurende de dagen,rvolgende op de opname in de ziekeninrichting hoog en vinden wij geen parasieten, dan beslist voor mij het eerste preparaat, ook al heeft patiënt vooraf chinine genomem Dat ik dan toch nog doorga met bloedonderzoek, zeide ik reeds, en moet ik dan ook met den Hr. de Granada aan een ieder, maar vooral aan de beginners ten sterkste aanraden. Men kan b. v. een primaire malaria-infectie voor zich hebben, terwijl ook het aantal parasieten zuo gering kan zijn, dat