lokaalanaesthesie kan worden uitgevoerd. Alleen moet men dan niet vergeten ook de huid zoover noodig ongevoelig te maken.

II.

Eene ektropium-operatie.

De bekende Snellensche hechtingen, die in de conjunctiva in- en op de huid uitgestoken worden, zijn terecht algemeen bekend en verhelpen deze anomalie in lichte gevallen op zeer eenvoudige wijze. In zwaardere en oudere gevallen echter is hunne uitwerking niet altijd voldoende en treden vaak na eenigen tijd recidieven op. Om ook in deze gevallen een blijvend goed resultaat te verkrijgen heb ik ze gecombineerd met eene subconjunctivale splitsing van het ooglid in twee platen, waardoor het mogelijk wordt met deze hechtingen eene algeheele transplantatie van het uitpuilende slijmvlies te bewerken en het ektropium blijvend te verhelpen.

Dit geschiedt op de volgende wijze: Met een lang en sterk staarmes steek ik door de huid onmiddellijk onder den buitensten ooghoek en voer het daarna, met de snede naar beneden, onmiddelijk onder de uitpuilende conjunctiva tot dicht bij den binnensten ooghoek. Hier aangekomen draai ik den steel van het mes naar boven en de punt naar beneden en terwijl ik met eenige kracht op de snede druk, haal ik het mes langzaam terug. Zoo ontstaat in de dikte van het ooglid een breede spleet, die het lid in twee platen scheidt en die alleen door een zeer klein steekwondje met de buitenwereld samenhangt. Wanneer ik nu met eene sonde de geëktropioneerde conjunctiva neerdruk, dan wijken de twee platen uit elkaar, de spleet verbreedt zich, haar bovenste hoek nadert den ondersten en bereikt hem ten slotte en door deze verandering in de onderlinge positie der