Deze periostitis, die wel een ander beeld geeft dan de skeletveranderingen bij syphilis hereditaria, behoort volgens zijne meening bij de framboesia en brengt deze ziekte dichter bij de syphilis.
Verder demonstreert hij een geval van wat de Inlander korab gadjah noemt, hetwelk volgens sprekers meening eveneens framboesia is.
Vergadering op 16 Maart 1907.
Wegens het geringe aantal leden wordt aan deze vergadering meer een huiselijk karakter verleend.
De heer van Praag deelt een paar gevallen mede, waarbij naast koorts en albuminurie een eigenaardige uitslag optrad, nl. groote en kleinere papuleuze urticariaknobbels, die vrij sterk jeukten, eenige dagen zichtbaar bleven om langzamerhand te verdwijnen na achterlaten van een vlek, die eerst na vele dagen begon te verbleeken.
Wegens vertrek naar Europa van den heer Cornelissen wordt in diens plaats als secretaris der afdeeling de heer van Hengel benoemd.
Vergadering op 1 Juni 1907.
De heer Schüffner houdt een voordracht over „de „diagnose van typhus abdominalis" speciaal de bacteriologische.
Zijn voordracht is verschenen in Münchener Mediz. Wochenschrift no. 35— 1907, waarnaar kan worden verwezen.
In 't kort komt 't op 't volgende neer.
Spreker bespreekt de pogingen uit den laatsten tijd om uit het bloed van typhuslijders den typhusbacil te kweeken.
Tal van onderzoekers hebben gevonden, dat de typhus vooral in 't begin als een bacteriaemie verloopt, zoodat men dus, bruikbare methoden vooropgesteld, eiken beginnenden typhus bacteriologisch kan herkennen.