nu behoort met den bacillus enteritidis van Gaertner en den bacillus botulinus van von Ermenghem tot degene, die bij voedselvergiftiging aangetroffen zijn. Spreker geeft een kort historisch overzicht van de bacteriologie van de vleeschvergiftiging, hij wijst erop, dat de ziektegevallen klinisch kunnen gelijken op cholera, zooals in den hierboven vermelden casus en ook op typhus, bij langzamer verloop. De vergiftiging door den bacillus botulinus van van Ermenghem heeft iets bijzonders, hij is anaëroob en bereidt een toxine, dat door de temperatuur van koken, braden en bakken vernietigd wordt, wat met het gif van den bacillus enteritidis van Gaertner niet het geval is. Klinisch is de intoxicatie door de producten van eerstgenoemden bacillus gekenmerkt door cerebrale verschijnselen (ptosis, strabismus, droge mond, stoornissen van ademhaling en hartswerking, die onder de verschijnselen van bulbairparalyse doodelijk kunnen worden). Ook myasthenie wordt waargenomen, zoodat men aanleiding heeft gevonden om in de myasthenia gravis (Erb) te zien een chronisch verloopend botulismus. Spreker vertoont culturen van den door hem uit dit geval gekweekten proteus en wijst er ten slotte op, dat men bij een op cholera gelijkend eerste geval niet te voorbarig moet zijn met het aannemen van cholera; afwachten, hetzij het resultaat van bacteriologisch onderzoek, hetzij het komen van meer gevallen, is dan aangewezen, evenals het voorloopig isoleeren der lijders. Op deze uiteenzetting volgt een kort debat.
De Heer Ouwehand vermeldt een door hem waargenomen geval van linkszijdige hemiparese met spraakstoornissen,, overgebleven na een apoplectischen aanval bij een jongen luetischen klerk, die niet linkshandig was.
Gewone Vergadering op Donderdag 26 September 1907.
Het woord werd verleend aan den Heer Grijns om te spreken over een verhandeling van Claparède, verschenen in de Archives de psychologie, over de betrouwbaarheid