urine waarneemt. De Heer de Haan wijst er op dat voor jaren Zeehuijsen in het kamp bij Laren een aantal jeugdige militairen onderzocht op het voorkomen van statische albuminurie en den invloed daarop van militaire oefeningen. Bij voortgezette waarneming van degenen, bij wie dit verschijnsel wel voorkwam, bleken deze geen nephritis te krijgen. De Heer Stibbe informeert of de kinderen, die Langstein onderzocht, enkel meisjes waren. De Heer de Haan: neen, wel die van Ullmann. De Heer v. d. Vrijhoeff informeert, of de statische albuminurie niet iemand gevoeliger maakt voor nephritis makende invloeden en daarom minderwaardig voor den levensverzekeraar. De Heer de Haan meent, dat zulks niet het geval is. De Heer Koolemans Beynen wijst tot staving van de meening, dat orthostatische albuminurie een aandoening sui generis zou zijn, op waarnemingen van Teissier, dat n.1. bergstijgen en het gebruik van rood vleesch wel schaadt\bij lijders aan morbus Bright, maar niet bij orthostatische albuminurie.
De Heer Grijns bespreekt de mogelijkheid om langs statistischen weg uit te maken of orthostatische albuminurie leidt tot nephritis. Daarna komt nog ter sprake de practische moeilijkheid voor den geneeskundige, die keurt voor levensverzekeringen, om een candidaat herhaaldelijk te laten terugkomen om orthostatische albuminurie vast te stellen of uit te sluiten. Men kan dan beter na één onderzoek aannemen met verhoogde premie, wanneer men een weinig eiwit vindt zonder meer. Hoeveel de premie verhoogd dient te worden blijft voorloopig louter gissing.
Ten slotte komt nog even ter tafel de bekende schoolcirculaire uit Semarang en wordt besloten een buitengewone vergadering te houden op 17 Juni a. s. ten einde de beantwoording, ontworpen door de commissie ad hoe, te onderwerpen aan het oordeel der vergadering.
De Voorzitter geeft het woord aan den Heer Nauta tot het voorstellen van een zevenjarigen knaap, bij wien hij de diagnose stelde op dystrophia musculorum, infantiele vorm.