heeft, krijgt de heer Kiewiet de Jonge het woord en vertoont praeparaten van een leverechinococcus, die 's morgens bij een Klingalees in het Militair Hospitaal geopereerd werd. Deze man had tevens een tropische malaria, waarbij de lichaamstemperatuur niet hooger steeg dan even boven 38° en waarbij injectie van twee gram bimurias chinini noodig was om de infectie tot staan te brengen.
De lever van patiënt was naar boven en naar beneden vergroot. De vergrooting naar beneden was onregelmatig, halfcirkelvormig, patiënt was zich bewust die zicht- en voelbare uitpuiling al twaalf jaar te hebben. Die uitpuiling naar beneden was week, bijna fluctueerend. Naar „Hydatidenschwirren" werd niet gezocht, omdat spreker dit voor een verschijnsel van geen beteekenis houdt. Jaren geleden had patiënt bloed en slijm bij de ontlasting gehad. De diagnose werd gesteld op echinococcus hepatis. Er ontlastte zich uit de holte een groote massa deels gave, deels gebarsten blazen. De heldere vloeistof in deze blazen bevatte weinig eiwit en veel keukenzout, in het centrifugaat ervan waren haken en cholestearinekristallen; de wand van den zak had een laagsgewijzen bouw. De Heer de Vlieger, die patiënt opereerde, voegt hieraan nog toe, dat de blaas ver naar boven reikte tot aan de derde rib en dat er schotten in waren. Hij stelt zich voor een poging te doen de holte te sluiten naar de methode van Bobroff (volgieten met steriele keukenzout-solutie en dicht naaien.)
Vervolgens vertoonde de Heer Kiewiet de Jonge een verbandtrommel zooals er op velerlei plaatsen van gemeentewege beschikbaar gesteld zullen worden om te dienen voor eerste verband bij verwondingen op straat. Deze doos bevat geen antiseptica; ze verschaft alleen het noodige voor een eenvoudig, droog verband.
Vervolgens hield de heer de Haan een voordracht over „Komplementablenkung", die in het tijdschrift zal worden opgenomen.