KONINGIN DER BLOEMEN

Hei tras een Bloem-, die 't Bloempje bracht, Hèt Kind, sinds Adam al verwacht, Zoon vaneen Maagd, door Gode's Kracht-

Reeds van in liet paradijs af is de bloem hèt feestgeschenk der menschlieid. Voor feestgeschenk kiest men immers het schoonste , dat men kent. Is het dan wonder, dat sinds • esus’ geboorte allerlei bloemen werden toegewijd aan Haar, die de Heerlijkste uit de menschlieid ma8 genoemd ? s. a* f‘Cn mooie mythen, volksvertellingen en sagtri zijn het gevolg van deze bloemenhulde aan 'aria geweest! b h‘hc. Ja, niet welke bloem zou men de Maagd P er vergelijken ? Is het vreemd, dat men den engel an de Blijde Boodschap meestal ziet afgebeeld met y", geplukt inden hemel zelve, en die God de vo er aan TI aria laat aanbieden als bloemenhulde 1 ?or Haar Zuiverheid ? Hij, Die weidt onder de hA uZal humers Haar zoon zijn. Zij is de Bloem die ui Bloempje, de Lelie die d'è Lelie brengt. d0 ' 100,1 het verhaal, dat'ik eens opteekende uit u uiond vaneen kinderrijke moeder : nat " '.''hu »it den hemelhof bewaarde Maria uur lijk heel sekuur. En Sint Jozef was net zoo uit de Pra°htige blanke narcis, die toen bij zijn verkiezing inden tempel tot echtgenoot van p,ana aan zijn dorren staf was gaan groeien, p," un dag verzorgden Jozef en Maria deze twee v(of,.h'hihe bloemen, die niets, van hun frischheid toren. Integendeel, ze werden zichtbaar nóg «sJL ....

vp. uer> r*jper, alsof ze inde va ,i' aar^ewaren geplant, in plaats „,an , *ze ineen vaas met water bonden. Toen kwam de tijd, dat beiden oor de volkstelling naar Bethlehem Roesten vertrekken. Wie zal nu 0 lang onze lelie en narcis verzLlP611 200 maakto Sint Jozef tC '. " M angstig over de twee ,aaie hemelgaven. Maar Maria rr|ltn a<‘kte. „Wij zullen ze naar ‘jn moeder Anna brengen,” zei ze. zo Anna was al even beover die haar toevertrouwde 200 heel bijzonder op aarde kt komen bloemen. Vooral omdat v„ 111 haar huis langzaamaan wat n n laar trisehheid en geur begon),„n te verliezen. Sint Joaciiim, ar man, troostte zijn vrouw: sterv* °'> aar,h' móét nu eenmaal van a*1 *\oln’ we zullen het zaad on„ e h‘!ie eh van de narcis in gen6Ai'oedzaainsten kleigrond legvind S "ar'a en J °z.ef terug komen, dereTi*6 dan n'et één, maar meer,v ' “es en meerdere narcissen, zuilnn< e we dan hun woning zullen opsieren.” JY'» en Jozef, die eerst nog ten ï*' h hel je naar Egypte moes-VV;I, V uehten, dachten er vaak aan Ann 61 van hun bij moeder ziin a 'u'hergebrachte bloemen ZOU LanfeW°r<len' Teru£ in het Heilig tuin v')nóen ze echter heel hun n„ .en huis vol bloeiende lelie- en anten. W&t ze blij waren ! °eeren> dat God dit zóó z0,,,™'1’ opdat zij er nu van om ■ '* """h'elen aan ieder die er heel r”ef’ en 2<‘hs wel aan wie daar lom rue aan dachten. Zoo werden hemelgaven spoedig Mgemeen verspreid. En zoo kunnen km ,1 W') *ïu hiér, in het zooveel l,.]i 're b oorden, nog altijd van I® ',n narcissen genieten, niet rtlt eenvoudig volksverhaal hooi »°erend van ëenvoud en symsi-luln ( [ne< U hunnen wijde venus•ntjos. Venus, de godin der

schoonheid en liefde uit ouden tijd, aan haarwas het gewijd, dit fijne orchideetje. Maarde Angelsaksische christenheid eerde er al vroeg zijn schoonste onder de schoonen door, Maria, Our Lady. In Engeland noemt men de venusschoëntjes Our Lady's slipper*, Onze Lievevrouwe-schoentjes. En het jongemeisje een bouquetje of tak van deze teere bloem offreeren, wil zeggen, dat men haar schoonste sieraad, haar maagdelijkheid eert. Maria, Koningin der Bloemen. Er bestaat een legende over het Lievevrouwen-bedstroo, dat aardige mildbloeiende woekerkruid langs onze grachten en vijvers. Overbekend is die legende, dat Sint Jozef zijn Bruid op de vlucht een bed spreidde van onkruid, dat direkt, toen Maria erop rustte, zoo mild mogelijk o*iiig bloeien. Lang niet zoo bekend is het volksverhaal over de margarietjes en meizoenen. Een verhaal, waarin ook het ontstaan'ofwel de herkomst van de gentiaanwordt verteld. Op zijn vlucht naar Egypte rustte liet heilig Gezin ineen oase uit Maria wasclite de kleeren aan de bron, Jezuken speelde om zijn Moeder heen. Er was gras in overvloed, maar geen enkel bloempje bracht wat kleur aan. En Jezuken scheen zich te vervelen. Hij was moe van altijd maar weer met de engeltjes spelen. Hij wilde ook wel eens wat anders en kwam met een hangend lipje naar Maria toe. Zij echter was bang, dat Hij inde bron zou vallen. Het was tegen den avond, de eerste sterren hingen inde nog blauwe lucht. ..Wel.’ zei Maria tegen haar

Kleuter, „loop eens vlug en pluk al die sterretjes voor mij van den hemel.” Het Jongske bleef op een afstand van het water. Het strekte gehoorzaam zijn handjes naar de lucht. Maar die was zoo hoog. De Kleine keek naar Moeder of Hij wilde zeggen: „Ziet II wel, dat dat'niet gaat ? Meteen echter regende het sterretjes en hemelblauw van den hemel heel het gras zat er vol van. En Jezuken begon die liemelbloempjes te plukken. Bloempjes, die precies pasten in Zijn kleine knuistjes, meizoentjes en heerlijke blauwe kelkjes ‘ van de gentiaan. Jezuken bracht ze naar Moeder. Maar nu stuurde Zij Hem naar Sint Jozef : „Vraag, óf vader er een krans van maakt voor Jouw kopje.” Sint Jozef echter maakte óók zoo’n krans voor Maria, van opnieuw door Jezuken geplukte bloem-. pjes. Toen Zijn Moeder klaar was met de wasch, mocht Hij Haar die bloemkroon opzetten. Maria heeft dezen krans altijd bewaard, hij verdorde nooit. En ook nu bloeien de meizoentjes nog altijd héél lang, ’s zomers, maar vaak even goed inden winter als het niet vriest. Bij den eersten lentegeur zijn ze er tenminste dadelijk. Maria, Koningin der Bloemen. Een ander roerend schoon volksverhaal betreft de winde. De eenvoudigen van harte noemen dit bloempje uit onze tuinhagen of heidestruiken graag liet Lieve vrouwen-glaasje. En in enkele streken, b.v. in Vlaanderen, laten de kinderen elkaar wel spelend uit dit glaasje, dit blanke kelkje drinken, b.v. als ze na gekibbel vrede hebben geslo-

ten. Zoo'n dronk heet elke slechte gedachte, dus ook alle wraak uit het hart te bannen. Het volk vertelt van dit Lievevrouwen-glaasje, dat Maria dorst liad en naar een beek ging. Maar ze had geen bekertje om water te scheppen. Ineens was er een engel, die een windebloem uit de struiken plukte. Hij bood ze de heilige Maagd tot glas. Van het oogen- • blik. dat Maria er haar lippen aan zette, is de windekelk -blank als de zuiverheid zelve. En nóg een mythe is gewijd aan Maria, Koningin der Bloemen. Wie kent niet de fiere keizerskroon ? De Moedermaagd wenschte een extra-mooie kroon voor haar kind. Xiet een koningskroon, maar een die schooner was dan die van den Romeinsohen keizer zelf. Terwijl ze over deze eer voor haar goddelijk Kind nadacht, zag ze genoemde fiere bloem in haar tuin bloeien. Kijk, zei ze tegen zichzelf, zóó n bloemkroon is fijner dan welke ook, die door mensohenhanden kan gemaakt. Gindsche kroon ga ik voor Jezus plukken. Maarde bloemkroon schudde zoo heftig van „neen, neen”, dat al zijn kelken naar beneden gingen hangen. Toen vond Maria zelf hem niet meer fraai genoeg voor haar Zoon. Verontwaardigd zei ze tegen de bloem : „Van nu af zal je je vijf kelken altijd naar den grond gebogen dragen, terwijl je levenslang om déze je weigering zal schreien.” Kijk nu maar eens inde kelken van welke keizerskroon ook. Altijd zal je er de tranen in vindon, die oj) Maria’s woord begonnen te vloeien. Ofschoon de vijf prachtige bloemen van de kroon nog altijd omlaag zijn gericht, blijven ze die tranen opwekken, zóó dat ze er niet uitvallen. Hun straf en schande ten eeuwigen dage. Maria, Koningin der Bloemen ! M A K l E K O O P M AX S

MA HI A, KOX IN GIN I) K R BLO KM E N Naar een schilderij van Stephan Lochner.