ZWERVERS VAN GEBOORTE

Zoomin als zwaluwen in kooien en kameelen in stallen kunnen sommige volken in huizen leven. Evenmin wenschen zij een vaste woonplaats te hebben of akkers te bebouwden. Zij wenschen niet te zaaien of te maaien, niet in schuren te verzamelen. Lichtzinnig vertrouwen zij maar, dat het hun zal gaan als de vogelen des hemels. Zij wenschen zelfs niet te weten wat zij morgen zullen eten of waar zij dan zullen overnachten. Het zwerven zit hun blijkbaar in liet bloed. Eeuwen en eeuwen hebben de vaderen het aan de zonen geleerd ; zij kunnen het blijkbaar niet meer afleeren, Voor ons, menschen van den modernen tijd, zijn ze als vreemdsoortige overblijfselen uit den verren voortijd, toen alleen jagerstammen over de aarde rondzwierven en de landbouw nog moest worden

uitgevonden. De landbouw, die, vooral door het inzamelen en bewaren in schuren, de menschen in staat zou stellen zich vaste woonplaatsen te kiezen en de vraag : ..wat zullen wij morgen eten V’ voorgoed op te lossen. Dra ontstond toen de stad, die de bakermat eener steeds hoogere beschaving werd. Maar in zijn steden zou de mensch als „gekooid” zitten, zou hij moeten leven ver van de natuur en in veel opzichten onnatuurlijk. Diep in zijn hart zou een onbestemd verlangen blijven leven

Ve ?

naar het vrije bestaan onder het hemelgewelf, naar het bosch en het veld. Duizendtallen trekkers en kampeerders bewijzen in onze dagen het bestaan van dit verlangen telkens weer opnieuw. Er is dan ook eigenlijk niets vreemds in het feit, dat er stammen zijn, die zich nooit in steden eri zelfs niet in huizen hebben laten opsluiten. Voor hen bleef de roep der verten de eeuwen door onweerstaanbaar. Zelfs ons overbeschaafde Europa herbergt nog een zwerversvolk, dat de maatregelen van honderd regeeringen sedert meer dan duizend jaar niet hebben kunnen dwingen tot het zich kiezen van vaste woonplaatsen en het wonen in huizen zonder wielen. Inde negende eeuw na Christus kwam vanuit Klein-Azië een zwerversvolk ineen stroom van kleine groepen de Balkanlanden binnen. De zwervers

noemden zich Tziganes of Zigeuners. Waar zij vandaan kwamen, wisten zij zelf niet meer en eerst voor een vijftigtal jaren hebben de taalgeleerden weten vast te stellen, dat zij uit Baloetsjistan in Engelsch-Indië afkomstig moeten zijn. Daar zouden zij als paria’s, verworpelingen en uitgestootenen, tussehen de overige bevolking geleefd hebben. Als heidenen betraden zij ’t Grieksche keizerrijk, waar zij het christendom aannamen. Althans uiterlijk, innerlijk zijn ze zelfs nu nog vol beidensche herinneringen. In het

M oeders-gezimhoofden.

,;I)u schwnrger Zigeuner