Doodnuchtere dingen

OVER DE FILM ~Mensen van morgen” is al zo verschrikkelijk veel gepraat en geschreven en er zijn zo veel opmerkingen over gemaakt en beschouwingen aan gewijd, dat het gewoon een versleten onderwerp is. Maar onze belangstelling werd gewekt door een vraaggesprek met Francine de Wit, kortgeleden verschenen mhet tijdschrift,,Bethanië”, dat wordt uitgegeven door de Vrouwen van Bethanië in Bloemendaal.

Zoals men weet was de Francine in de film de religieuze, sinds anderhalf jaar novice bij de Vrouwen van Bethanië. Dat ze er m de film ~niet uit kwam” heeft, geloof ik, wel iedereen gevonden. Het had méér moeten zijn, het Ihad dieper moett.n gaan. Maar het was moeilijk. Dat is zeker. Want per slot is de inzet van kidr leven iets dat je maar nauwelijks gestalte kunt geven voor de massa. Het is helemaal niet makkelijk om de aansluiting te vinden. Omdat ze daar veel dichter bij komt in het vraaggesprek, dat in het maandblaadje in eigen uitigaaf wordt gepubliceerd, willen we daar hierop terugkomen, I omdat wat ze daarin zegt, als aanvulling op de film zeer de moeite ivaard is. Ze had het I vraaggesprek met een van haar vrienden uit ~Start”, Sjoerd de Jong, die in Leiden studeert.

Francine uit „Mensen van morgen

Er wordt dan binnen de eigen kring geconstateerd, dat Francine zich in de film ~op een veilige afstand houdt. Ze blijft gereserveerd, bedachtzaam, schematisch en keurig. Ze laat een ideaal zien, dat blijft zweven, dat niet vanuit een leef werkelijkheid opgroeit. Ze is een type gebleven, niet een levend mens geworden”. Is Francine dan toch een i.mens van morgen” ? Of is ze „misschien wel religieuze-vanvandaag, maar dan toch mens van gisteren!”?

In het vraaggesprek met Sjoerd de Jong geeft Francine toe, dat ze in de film maar erg onvolledig voor de dag komt. De vrager vraagt haar nu op de man af: ~Heeft jouw roeping iets met jouw leven te maken ?”

Francine antwoordt daarop: ~Nu alles, maar in het begin niets. Een vroom meisje ben ik nooit geweest, misschien wel wat serieus en erg idealistisch. Ik wilde maatschappelijk werkster worden om zo mensen in nood te kunnen helpen. Dat was een ideaal, waar niemand aan moest komen.”

~Toen ik zeventien was en de gedachte aan het klooster voor het eerst bij me opkwam, plotseling, zonder directe aanleiding, was dat voor mij een absurde mogelijkheid. Toch heeft de gedachte daaraan mij maandenlang achtervolgd, als een obsessie, totdat ik mijzelf dwong'mij uit te spreken tegenover mijn ouders. Vanaf dat moment was alle twijfel verdwenen en groeide in mij een rustig vertrouwen, dat de Heer mij de moed zou geven alle afschuwelijke dingen te accepteren, wanneer Hij mij wilde als religieuze. Op de duur kon zelfs het habijt me niets meer schelen. Het toeval wilde dat ik dat nooit zou dragen. Maar ik heb wel de tijd genomen om van absurde mogelijkheid te groeien naar een mogelijke verwerkelijking en ben eerst nog de sociale academie gaan volgen.”

Een vraag die in het gesprek valt, is dan: ~Hoe zie je de eigenlijke opdracht van de religieuze die volop mens blijft, mens van de twintigste eeuw en zich toch op een radicale manier aan God bindt?” ~Ik geloof,” zegt ze in haar antwoord, ~dat het onze taak is de grenzen van de beschikbaarheid voor God, waartoe iedere christen geroepen is, zo intens mogelijk te beleven.” Als de vraagsteller dan wil weten: ~Hoe maak je dat con-

creet waar ?” is haar antwoord het volgende:

~In verschrikkelijk alledaagse dingen. In het klaarstaan voor een medemens die misschien weinig interessants te vertellen heeft, maar duidelijk behoefte heeft aan een luisterend oor. Door je te voegen naar de eisen, die de gemeenschap je stelt. Door niet de zaak ~ bon jour” te zeggen, als je er het land aan hebt, maar om dan te proberen daar positief iets aan te doen, bijvoorbeeld in een gesprek. En dan natuurlijk over de hele lijn in het apostolische werk, dat je straks helemaal opeist. Door je opgewektheid te bewaren als het je allemaal de keel uithangt. Door gastvrij te zijn voor iedereen. Het is allemaal verschrikkelijk onnozel, maar ik dacht, dat het juist daarin zit. De grootste dingen zijn vaak niet het moeilijkst. . .”

iijivat. . . Deze laatste alinea hebben wij uit het gesprek, waarin nog veel meer naar voren komt, vooral gepikt omdat wij met Francine menen, dat het ddt juist is. Het doodgewone. Het wegdrukken van je eigen stemming of gezindheid of onvoldaanheid omdat daarbovenuit moet gaan, dat je voor anderen beschikbaar bent. Het zijn kleine dingen, maar ze komen elke dag voor en ze zijn soms verschrikkelijk moeilijk. Het is doodnuchter. Maar achter de beleving van die doodnuchtere dingen staat het ideaal, staat de liefde. Zo moet het in de natuurlijke levensverhouding tussen man en vrouw immers ook zijn.

Francine geeft ons een hele wijze les. Zij, die ook haar ideaal gekozen hebben, zouden het ons allemaal zo vóór moeten leven.

/"«On 11 Sn I_

Ik leef nu zonder SPANNINGEN 1 Vóór men Melisana gebruikt, fl kan men zich niet indenken dat I die spanningen ooit kunnen ver- N dwijnen. Maar overal bewijst 1 Melisana reeds zijn onmisbaar- f heid. Wordt u geplaagd door I I spanningen, zenuwen, migraine ? Dan is het belangrijk Melisana in huis te hebben. Juist nu. Melisana, de echte Kloostervrouw Melissegeest, doet u goed. Voor UW broodnodige ruxt MELISANA I Nieuwe verlaagde prijzen | IJO 2.90 4.90 j MS 16 I

1 Kontroleer direkt Uw Heetwaterapparaat op ketelsteenaansiag .. . want kalkaanslag vernielt het dure apparaat en beïnvloedt de fijne smaak van thee, koffie enz. Hl

KALK-VRI. verwijdert ketelsteenaanslag grondig en is zelfwerkend Inspuiten laten inwerken naspoelen eenvoudiger kan het niet! /2.95. Plasllc-flacon m. spuitje in alle speciaalzaken verkrijgbaar Fabrikont: YANKEE POLISH IOTH & CO. K.G., HAMBURG 22 Imp. BUAG AMSTERDAM, Sox«n Weimorlaan 46 T#l. 020-7?57 37