iora horen roepen: „Hier, kom ier, beest."

Ze begreep, dat tante Cora titzie niet had kunnen vangen, imdat hij dichtbij bleef blaffen, in tenslotte had ze gehoord, dat Ie garagedeur gesloten werd. Ze fas doodstil blijven liggen met Ie amberen kraal nog steeds in aar hand geklemd. Ze had lauwelijks kunnen ademhalen. Nu hoorde ze Fritzie opnieuw llaffen en ze zou graag: ~Braaf, ’ritzie” willen roepen, maar ze nocht geen adem verspillen en lovendien was ze bang, dat, als ie hond te hard blafte, tante lora zou terugkomen en hem [rijpen.

„Paul," riep Lucille, „kijk ens. De hond staat te blaffen ij de garagedeur!" Paul griste de sleutelring van et haltafeltje, waarop Cora em had neergelegd, en holde iet terras over. Achter zich loorde hij het geklik van Lucilles hakken op de tegels. Hij luwde op de knop van de garagedeur, die tergend langzaam imhoogrolde. Zodra er ruimte was, kroop Fritzie eronderdoor in begon strijdlustig te blaffen. Plotseling ging het deksel van de kofferruimte open en Sheilah, die tussen hoop en vrees heen m weer geslingerd werd, zag ader en Lucille en Benjy staan, in toen lag ze in vaders armen in die huilde en Lucille huilde in Fritzie blafte verheugd en ienjy vroeg verbaasd: „Hoe !om je daar nou, Shee?" Luther kwam het huis uitholen, roepend: „Alles in orde?" „Ja, goddank," riep Paul teug, terwijl hij Sheilah stijf egen zich aan drukte en haar ranen in zijn hals voelde druplelen.

„Wat is dat?" vroeg Luther therp. Sheilah had haar linkerhand eopend en liet de amberen raai zien. „Die is van Vera," riep Paul rerbaasd. ~Ze had een ketting net zulke kralen. Waar heb je iie gevonden, Sheilah?" Sheilah fluisterde in zijn oor: „Onder de voorbank." „Van tante Cora's auto?" „Ja." „En heeft zij je in de koffer'mimte opgesloten?"

„Ja, vader." „Ik zal haar, " zei Luther verwoed. „Geef mij die kraal, kind.” Alles was duidelijk, dacht hij, Iterwijl hij met grote stappen |lerugliep naar het huis. Cora was Arthur en Vera gevolgd maar Atlantic City en had daar jVera onder een of ander voorwendsel in haar auto weten te krijgen. Ze had haar gewurgd met haar sjaal en daarbij was de ketting gebroken en een van de kralen onder de voorbank gerold, zonder dat Cora het gemerkt had. Maar die ene kraal was genoeg en vormde een overtuigend bewijsstuk. Op het terras ontmoette Luther Arthur Landis.

~Waar is uw vrouw?” vroeg Luther. „Zij heeft Vera Starr gedood.”

„Ik weet het,” zei Arthur, „ze lijdt aan vervolgingswaanzin, meneer Luther. Ze moet gedacht hebben, dat Vera en ik een aanslag op haar beraamd hadden.”

~En was dat zo?" vroeg Luther botweg.

~Ik ben niet helemaal onschuldig,” zei Arthur beschaamd. „Ik besef nu, dat ik mede de oorzaak van dit alles ben. Ze is ons gevolgd en heeft Vera op de een of andere manier in haar auto weten te lokken en daar gewurgd. Ik dacht, dat ze Sheilah wilde vinden om mij te beschermen. Maar nu blijkt, dat ze zichzelf heeft willen beschermen. Ze moet begrepen hebben, dat wanneer u van Sheilah Vera's kamernummer zou horen, alles zou uitkomen. Vandaar dat ze Sheilah tot iedere prijs wilde vinden.”

„Waar is ze?" vroeg Luther. ~Boven," zei Arthur. ~Maar beseft u wel, dat ze niet toerekenbaar is. Die vervolgingswaanzin is geen komedie. Niet zo lang geleden heeft ze een instorting gehad en daarna is ze nooit meer helemaal de oude geworden."

Zonder iets te zeggen liep Luther langs hem heen het huis in.

Sheilah en Benjy zaten aan weerskanten van Lucille op een bank achter in de tuin. Lucille had haar armen om de beide kinderen heengeslagen en het hondje dartelde aan hun voeten.

Sheilah had zich vlug hersteld. En toen Paul even later naar hen toekwam, stond ze snel op en rende hem tegemoet. Ze lachte, terwijl haar vader haar als een klein kind optilde en op haar wang kuste. Paul zette haar weer neer en zei; „Sheilah, ik ben trots op je.” En Benjy's jaloerse ogen ziende voegde hij eraan toe; ~Op jou ook, Benjy.”

„En op Fritzie?" vroeg Benjy. ~En op Fritzie niet minder." ~Vader, ik heb nog zesenveertig dollar over," zei Sheilah gretig. ~Denkt u, dat meneer Hadley Fritzie voor zesenveertig dollar zal willen verkopen?"

~We zullen meneer Hadley betalen wat hij vraagt,” verzekerde Paul. „Fritzie hoort voortaan bij ons.” Hij stak zijn hand uit naar Benjy. ~Kom, we gaan naar huis.”

~Echt naar huis?" vroeg Sheilah. ~Naar ons oude huis in Grandkill?" ~Ja," Terwijl ze naar de auto liepen, keek Paul achterom. Lucille was bij de bank blijven staan. ~Hee, ga jij niet mee?" riep hij. ~Als er plaats is," riep ze terug.

„Voor jou is er altijd plaats,' riep Paul. EINDE

Glanzend van gezondheid doorl DO66YBROCKS het nieuwe bros-knappende hondebrood! i U ziet 't meteen. Aan z'n vacht. Z'n ogen. Z’n ! snuit. Uw hond glènst van gezondheid. Door het | nieuwe, verrijkte hondebrood van Doggy Brocks. De oer-gezonde voeding, die hij zo lekker vindt! Geeft een diepglanzende vacht. De poly-onverzadigde oliën in Doggy Brocks zorgen voor een streelzachte, diepglanzende vacht. Geeft een glanzend gaaf gebit. In tegenstelling tot gewoon hondebrood is Doggy Brocks lekker bros-knappend. Een glanzend wit, blijvend gaaf gebit is het resultaat! En daarbij: alles wat hij nodig heeft voor louter gezondheid, levenslusti Dat alles geeft alleen bros-knappende Doggy Brocks. Meteen mee beginnenl Uw hond smult ervani DOGGY BROCKS de enige komplete bros-knappende hondevoeding HMaHROATS AFD EOIVO DIEftENVOEDINC-POTTEADAM