„Ik? Ik ben de hele ochtend thuis geweest. " „Bent u de hele ochtend thuis geweest?” zei Luther. „En we hebben geen gehoor gekregen, toen we u belden.”

Cora wierp een koele blik op Luther. „Wie bent u?" vroeg ze. „Dit is rechercheur Luther van de afdeling moordzaken," zei Paul. „Het is zoals hij zegt, Cora. We hebben je gebeld zonder gehoor te krijgen.” „Het meisje komt niet voor vanmiddag en ik heb een dutje gedaan," zei Cora. ~Wat naar, Paul! Was het belangrijk?" Paul kreunde en Lucille zei: „We hadden zo gehoopt, dat u het was, mevrouw Landis, Een kleine jongen vertelde ons, dat Sheilah was weggereden in een roomkleurige auto met een kentekenbewijs van Rockland County. Vandaar dat we dachten, dat u haar had meegenomen."

„Er rijden honderden van dergelijke auto's rond,” zei Cora schouderophalend. Ze deed een stap terug. „Wilt u niet binnenkomen?” „We moesten liever maar teruggaan naar de stad,” zei Luther. „Maar ik zou graag eerst van uw telefoon gebruik maken, als u geen bezwaar hebt." „Ga uw gang," zei Cora. „Mag ik naar het zwembassin gaan kijken?" vroeg Benjy. „Natuurlijk,” zei Cora. Terwijl Benjy naar het zwembassin liep, volgden de anderen Cora naar binnen. Lucille greep Pauls hand, terwijl hij mismoedig bij het grote raam naar de rivier beneden stond te staren. Terwijl Luther telefoneerde, klonk buiten het geluid van een auto. Even later kwam Arthur binnenstormen. „Wat kom jij thuis doen, schat?” riep Cora verbaasd. „Is Sheilah hier?” vroeg hij.

„Nee,” zei Paul, „Maar. ~” Arthur keek naar Cora. „Mevrouw Landis is de hele ochtend thuis geweest,” zei Luther, die zijn telefoongesprek inmiddels had beëindigd. „Tussen haakjes, waar bent u vanmorgen geweest, meneer Landis?” „Hee, meneer Luther,” zei Arthur. „Waar ik geweest ben, vraagt u? Op kantoor natuurlijk.” „Dus u hebt niet met een roomkleurige wagen door Central Park gereden?”

„Nee, mijn wagen is grijs. U kunt hem daar buiten zien staan,” Luther draaide zich om en zei lop spijtige, doch vastberaden toon; ~Ik geloof, dat we maar weer naar de stad moesten terugrijden, meneer Starr.” „Maar iemand heeft Sheilah in het park gevonden,” zei Paul, „en haar in een roomkleurige auto meegenomen." „Ik betwijfel het," zei Luther. „U gaf het dat kind in de mond, meneer Starr. U liet hem kiezen

tussen RO en RK en hij koos RK. Ik vermoed, dat hij Sheilah helemaal niet heeft zien wegrijden. Kom, we gaan," voegde hij er vermoeid aan toe.

Benjy stond in de tuin gebukt bij een ligusterhaag. Toen Paul hem riep, kwam hij langzaam naar hen toe. „Ik dacht, dat ik Fritzie daar zag lopen," zei hij. „Stap in," zei Luther ongeduldig.

Lucille stapte in de wagen van de rechercheur en terwijl ze naar de andere kant schoof om voor Paul en Benjy plaats te maken, zei ze: ~Had die jongen het er niet over, dat hij Sheilah met een hondje in die auto zag stappen?"

„Nou en?" zei Luther. ~Als

de halsband van het hondje en draaide zich met een wit gezicht naar Lucille om. „Robert Hadley,” zei hij. „En de naam van het dier staat er ook op; Fritzie."

„Dan is Sheilah ook hier,” zei Lucille. „Ze moet hier in de buurt zijn.” Vlug draaide ze zich om. „Waar is die vrouw?" Luther was de wagen al uit en liep met grote stappen naar het huis. Hij wierp de deur open en stormde naar binnen. Arthur en Cora waren in de woonkamer. Arthur hield Cora vast bij haar pols. Zijn gezicht was asgrauw. Cora trachtte zich los te rukken. Ze keek Arthur met grote, verwilderde ogen aan, „Waar is het kind?" vroeg

kan je ook niet langer beschermen, Arthur. Het ogenblik is gekomen om de waarheid te vertellen, de hele waarheid. Hij is zaterdagavond met Vera Starr naar Atlantic City gegaan,” zei ze, terwijl ze zich tot de rechercheur wendde. „Hij heeft geprobeerd hun verhouding te beëindigen, maar ze dreigde, dat ze een schandaal zou maken.”

Ze gebaarde smekend naar Arthur en zei: ~Lieve schat, het spijt me zo.” Arthur ving Pauls blik op en keek haastig een andere kant uit. Hij zei met een lage, diep ongelukkige stem; „Ik heb haar niet vermoord, Paul, Ik zweer het." „Wat zegt u daar?" zei Luther.

KLEURTJES die er niet zijn

Een vreemd natuurkundig verschijnsel is het idee, dat je kleur ziet, als je witte en zwarte vlakken snel ziet bewegen. U kunt het voor uzelf eens proberen. Teken het cirkeltje na, dat hier staat afgebeeld, plak het op karton en steek door het midden een spield, zodat het cirkeltje heel vlug kan ronddraaien. Terwijl het ronddraait, zult u allemaal kleuren zien. Geen enkele natuurkundige weet dit verschijnsel te verklaren. In de negentiende eeuw werd zo’n cirkel voor het eerst gemaakt en een paar jaren geleden liet men een dergelijke cirkel snel ronddraaien voor Amerikaanse televisiecamera’s, zodat de kijkers die avond een kleurig scherm hadden.

TRUCJES VOOR JONG EN OUD

Sheilah hier was, hadden ze het ons toch zeker verteld, niet?” ~Fritzie is onze hond,” zei Benjy, terwijl Paul hem op zijn knie hees. „Hij was weggelopen van meneer Hadley, die op Park Avenue woont, en toen hebben Shee en ik hem bij ons gehouden.”

Terwijl Luther de motor startte, wees Benjy plotseling en riep opgewonden: „Kijk, vader. Daar loopt hij."

Paul keek uit het raampje en zag een kleine, bruine taks staan. Benjy sprong de auto uit en riep zonder aarzeling: „Fritzie, kom hier!” Het hondje blafte en draafde op hen af. Paul liet zich op zijn knieën vallen, bekeek het plaatje aan

Luther. „Ik weet het niet,” zei Cora. „Vraag het liever aan Arthur.” ~Hoe zou ik dat moeten weten?” zei Arthur, terwijl hij de blik ontweek van Paul, die binnenkwam met Lucille. ~Die hond was bij haar,” zei Luther. „Wat is hier aan de hand? Wat hebt u met dat kind gedaan?”

Cora rukte zich los en keek de rechercheur aan. ~Misschien heeft Arthur vanmorgen mijn auto gebruikt,” zei ze uitdagend. ~Ik heb mijn eigen wagen genomen," zei Arthur. ~Cora, als je weet waar Sheilah is, zeg het dan." „Ik heb geslapen” zei Cora. ~Ik heb niet gezien, welke wagen je genomen hebt. Maar ik

~Bedoelt u, dat u werkelijk met mevrouw Starr in Atlantic City geweest bent?” ~Sheilah wist het nummer van haar kamer,” zei Cora. „Daarom moest hij het kind tot iedere prijs vinden. Vera had haar opgebeld en gezegd, welke kamer ze had. Ik weet het, omdat Arthur het me zelf verteld heeft. Het was een bekentenis."

„Ik heb niets bekend, " zei Arthur. „Cora. . „Begin alsjeblieft weer niet met je verhaaltje, dat ik niet goed bij mijn verstand ben,” viel Cora hem in de rede. Ze wendde zich tot Luther. ~Hij en Vera hadden het samen beraamd. Ze wilden mij uit de weg ruimen. Dan was hij vrij en konden ze met hun tweeën een