MEDEDELING van de Directie der Karei I Sigarenfabrieken Voor deelname aan de d.d. 23 november j.l. in dit blad aangekondigde feestbandjesprijsvraag is het NIET noodzakelijk sigarenbandjes in te zenden.

ZORG VAN I zouTwranJ IrECIBI’s DIEEnOUT HVoor een zoutloze maal-Htijd die niet zouteloos H smaakt. Normaal te ge-Hbruiken bij bakken, bra-Hden, koken en als tafel-H zout.Plastic-strooier 2Sgr. Hfo.Bo.Navulpak2sogr.f4.2S RECTER’s DIEETSUIKErI (met garantiezegel van de H Ned. Ver. van Suikerzie- H ken) Maakt koffie, thee en H alle spijzen weer smake- H lijk. Plastic zak-doosje H 12Stbl.f1.- ■ Flacon van 500 tbi. f 2.90 H Wie de smaak van zout en H zoet niet missen wil, kan H zonder angst voor ge- H zondheid of lichaamsge- H wicht RECTER'S DIEET- ■ ZOUT of DIEETSUIKER ■ gebruiken. H Verkrijgbaar in de levensmiddelenzakert RECTER’S FARRIEKEN N.V. VEENENDAAL

Wie hulde ontvangt, moet nederig zijn en alle eer, die zijn deel wordt, doorgeven aan God.

Geestelijke trombose

IN DE MIS op het einde van de canon heft de priester de heilige offergaven omhoog. Daarbij betuigt hij plechtig, dat ~door Hem en met Hem en in Hem” aUe eer en glorie uian de Vader dient te worden gebracht. Alle eer aan Godl Het is bilUjk en rechtvaardig, zoals we zeggen in de prefatie. Maar het is ook vanzelfsprekend voor iedereen, die eenmaal heeft ingezien, dat God het hart is van de wereld. Zoals alle bloed in ons lichaam uitgaat van het hart, maar evengoed ook weer daarheen terugkeert, zo is alles in deze wereld van God uitgegaan om later weer tot Hem terug te keren. Hij is de alpha en de omega: de herkomst en het doel van alles. ~Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Zoals het was in het begin en nu en altijd. . .”

Maar als alle eer en glorie aan God toekomt, hoe zit het dan met de eer, die we aan mensen bewijzen ? Mogen we dan wel mensen eren ? Is zo’n onderling eerbetoon dan eigenhjk geen eerrcxif tegenover God ? Voorop staat, dat er mensen zijn, die we eren móéten, en nog wel op Gods eigen bevel. ~Eer uw vader en uw moeder,” staat er in Gods eigen tien geboden. En dat we verder ook eer mógen bewijzen aan andere mensen, lezen we herhaaldehjic eveneens in de Heiüge Schrift. Zie maar eens in het evangelie, waar Jesus over eerbewijzen spreekt als over de gewoonste dingen van de wereld. ~Dan zal u eer gegeven worden door de medeaanzittenden,” zegt hij tegen de man, die zich te-vredenstelt met de geringste plaats aan tafel (Luc. 14:10). Zo gezien steekt er blijkbaar niets verkeerds in de eer, die de mensen ook elkander toezwaaien.

Daar zitten we dus met twee standpunten. Zijn ze met elkaar te verzoenen ? Ja, wanneer de mensen, die door anderen geëerd worden, maar verstandig willen zijn. Wie hulde ontvangt, moet nederig zijn en oprecht en alle eer, die zijn deel wordt, doorgeven aan God. Wanneer hij niet blijft stilstaan bij het feit van zijn huldiging, maar redelijk doordenkt, zal hij tot de conclusie komen, dat alle gaven, waarom hij geëerd wordt, gaven zijn van zijn Schepper.

Dat de goede dingen, door hem gedaan, eerst mogehjk zijn geworden door Gods genadigs hulp. Dus heeft hij al de eer, die hij ontvangt, nederig door te sturen naar Hem, vam wie dat alles is gekomen. i

Met opzet sprak ik daareven over God al over het ~hart” van de wereld. De totale bloed» omloop in de schepping wordt door Hem gestuwd en zal weer naar Hem terugkeren. W» nu iets van dat ontvangen bloed vasthoudt a weigert om het door te sturen, die veroorzaïl een geestelijke trombose en de eer, die bij hen tot stüstand kwam, stolt daar tot een die hem schaden zal. Hoe kan een mens dan de hem toegezwaaidJ eer doorgeven naar God ? We zeiden het al; door de nederige erkenning, dat we uit onszell niets hebben, dat ons tot eer strekt, maar dat ~onze geschiktheid is uit God, die ons bekwaam heeft gemaakt om bedienaars te worden. (II Kor. 3:6).

Die inwendige erkenning van Gods rechtop onze eer is voldoende. Maar ons hart zal daarenboven behoefte gevoelen om zulks ook naarl buiten uitdrukkelijk te kermen te geven. Daar- j| voor biedt de mis ons wel de geschiktste ge U legenheid. De mis is voor de christen het ge eigende voertuig, waarmee hij alles kan dootzenden naar God: zijn aanbidding en zijn e«- i herstel, zijn smeekgebeden en zijn dankbetuiging. Hij haakt daarbij in bij het allesbeheersen- ' de offer van Gods Zoon. _.i_ J

Maar ook in de gebeden, die dit offer vergezellen, vindt hij de uitdrukkelijke weergaw van zijn bedoelingen. In de teksten, die voor de consecratie gebeden worden, legt hij zijn ad !* neer met de woorden van de offerande:,,Mogen we in de geest van nederigheid en met een verootmoedigd hart door U worden aanvaard: en» worde onze offerande geheven tot voor uv aangezicht, opdat ze U behage. Heer, onre God.” En in def gebeden, die na de consecratie worden uitgesproken: ~Door Hem en met Hem en in Hem zij aan U, almachtige Vader, in de eenheid met de Heilige Geest, alle eer en glorie. f B.G.HENmSC.f