ANDERMANS ZORGEN

geven om Celestine Gobiel te kunnen laten studeren. Aldus dragen zij een steentje bij voor de maatschappelijke opbouw van Ghana en van Afrika in het algemeen.

„Onze gespreksgroep,” begint voorzitter Aad Blom, ~is in 1957 opgericht en staat onder leiding van pater H. W. Willems 0.p.” ~Het is een interparochiële groep; we zijn afkomstig uit geheel Rotterdam,” aldus Kees Jansen, de secretaris. „Eens in de veertien dagen komen we bijeen om te discussiëren over allerhande onderwerpen zoals de christenen in deze tijd, de oecumenische gedachte, het marxisme, de theorie van Teilhard de Chardin enzovoort. Op 13 maart 1960 hield de bekende pater Suasso de Lima de Prado een Afrika-avond voor de katho-Ueke jongeren uit de middengroepen van de streek Rotterdam.”

„Het was een bezielende lezing,” vertelt weer Aad Blom, ~en er werd zo’n Uemmend beroep op ons gedaan om daadwerkelijk te helpen aan de ontwikkeling van Afrika, dat wij ons afvroegen: wat kunnen wij doen ? Er volgde een gespreksavond bij de witte paters. pater J. van Rest uit Schiedam. Hij had al een jaar of tien in de missie van Ghana gewerkt. ~Als jullie iets willen doen,” zei hij, ~laat dan iemand uit Ghana op jullie kosten studeren.” Hij kende een inlandse bisschop uit Noord-Ghana, mgr. P. P. Dery van het bisdom Wa. De pater had er gewerkt. De bisschop kwam toen met het verzoek een meisje tot maatschappelijk werkster te laten opleiden. ~Bij ons hebben we die niet,” zei hij. ~Het bisdom Wa,” weet Jan Verhoef, de penningmeester, te vertellen, „ligt in het droge noorden en is het armste deel van Ghana. Het land telt zeven bisdommen, waarvan er drie door een inlandse bisschop worden bestuurd. Het bisdom Wa is ongeveer de helft van Nederland. Het heeft veertigduizend katholieken, dertigduizend katechumenen en naast kerken en scholen een ziekenhuis met honderdtwintig bedden, waar Celestine haar verpleegstersdiploma heeft gehaald. Er is dringend behoefte aan inlandse vakkrachten en ze hebben het er tot nu toe altijd zonder sociaal werkster moeten stellen.”

~Dat Noord-Ghana zo arm is,” zegt Celestine, ~komt vanwege het gebrek aan intellectuelen en de onwetendheid van de bevolking. Een andere oorzaak is het droge klimaat, terwijl de landbouw het hoofdmiddel van bestaan is.”

~Toen we met onze groep besloten hadden een méiatschappelijk werkster op onze kosten te laten opleiden en we daartoe het actiecomité ~Iri Africa’’ Afrika, ontwaak hadden opgericht, verzekerden we ons van de deskundige medewerking van de overste van de witte paters van de Afrikaprocure hier in Rotterdam, pater Jac. M. J. Sol," aldus weer Kees Janssen, ~Het is trefiend voor deze tijd, dat de witte paters, die vanaf 1878 Afrika tot werkterrein hebben en in hun congregatie meer dan veertig missiebisschoppen hebben, ons in contact brachten met een pas benoemde inheemse bisschop, die mede door zijn sociaal-acariemische vooropleiding zeker kan beoordelen, wat Afrika in het al-

gemeen en zijn diocees in het bijzonder het meest nodig heeft. We hadden met onze actie geen grote plannen, maar wilden met een kleine daad beginnen.” ~Na ons terdege te hebben georiënteerd,” gaat Harry Boogaarts verder, „en vele besprekingen te hebben gevoerd met aUerlei Afrikakenners zeiden wij reeds in juli 1960 onze medewerking toe aan mgr. Dery, die toen op doorreis twee dagen in Nederland was.”

„We hadden intussen een redelijk bedrag bij elkaar,” vertelt Aad Blom, „om de bisschop te kunnen zeggen, dat hij iemand kon sturen.”

„We hadden ons intussen ook met de vraag bezig gehouden; studeren in Engreland of hier ? Dit in verband met de taal en om nog andere redenen, toelatingseisen en zo. Na hier en daar ons licht te hebben opgestoken kwam Breda tenslotte uit de bus. Markendaal had bovendien een internaat en had reeds eerder met succes leerlingen, afkomstig van de Antillen, opgeleid voor het mooie beroep van maatschappeUjk werkster. Wij zouden het op prijs stellen,” zo vraagt ons Kees Janssen dan, ~als u in uw artikel in Beatrijs een aparte pluim zou willen geven aan het Bredase instituut en het aangrenzende internaat Imnehof, die ons de grootst mogelijke medewerking hebben verleend. Celestine krijgt bijvoorbeeld naast het gewone klassikale onderwijs ook individueel les.” ~Ze is door mgr. Dery zelf uitgezocht,” beklemtoont Harry Boogaarts nog even. ~Half augustus 1961 arriveerde ze op Schiphol.”

~De vierentwintigste,” weet Celestine zich precies te herinneren. ~Er waren er negen om me af te halen. Ik verstond geen woord Nederlands. Of ik in nationaal kostuum was ? Natuurlijk. In de zomer draag ik het hier nog wel. Ik ben eerst tien dagen in een gezin in Rotterdam geweest. Daar had ik mijn eerste lessen in het Nederlands.”

~Celestine zit nu al weer in de derde klas. Ze is met goede cijfers bevorderd. Ze bracht de eerste twee maanden van dit jaar, het stagejaar, door op een modelboerderij in Echt in Limburg,” vertelt Ton Mineur. ~Met zes kinderen," vult Celestine aan. ~Ik deed er alles, wat er te doen was. Ik heb nu ook al het diploma gezinsverzorgster en ik heb stage bij het Wit-Gele Kruis.” ~En als dit nummer van Beatrijs verschijnt,” is de snelle berekening van Kees Janssen, ~loopt ze stage op de afdeling tropische hygiëne van het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam. Ze maakt dus met allerlei wetenswaardige zaken kennis en kan door haar opname in allerlei huisgezinnen of dit nu op een dorp of in een grote stad is tevens het gezinsleven meemaken, zoals dat in een Europees land gebruikelijk is.”

~Op organisatorisch gebied valt hier veel te leren. Bijvoorbeeld de organisaties van boeren en boerinnen, de K.A.B. en de K.A.V,, de c.a.o. van de werkgevers en de werknemers, de S.E.R, en dan de samenwerking tussen de verschillende Europese landen in de E.E.G,,” aldus Celestine in een bewonderenswaardig goed Nederlands en met een dito kennis van zaken. ~Een belang-

rijk punt, dat bij elke opleiding vai! Afrikaan geldt, is vooral de ervaring, èe hier opdoen. Gedurende de twee jaai| Nederland heb ik zoveel gezien, gehooidf zelf ondervonden van de hulpverlening t de Nederlanders aan de zogenaamde ok ontwikkelde gebieden, dat ik daarvoMa mijn grote waardering kan uiten.” Celestine Gobiel, zo vangen we niti verdere gesprek op, gaat zich straks» vestigen in haar woonplaats Jirapa. Ze» er onder meer twintig tot dertig meisje i leiden, die daarna in de dorpen bepa sociale verbeteringen kuimen invot Daarnaast, maar ook hierdoor moete christelijke beginselen meer toegang va in de geziimen van Ghana. Verder n jongerengroepen vormen, die door werl boerderijen armen, behoeftigen en je mensen zullen helpen. Of Celestine daai s eerste maatschappelijk werkster zal zijl * ~Ik denk van wel,” lacht ze. ‘

~Mgr, Dery,” aldus Kees Janssen, „isi de aanvang van de tweede concilienc weer in ons land geweest. Hij heeft toe»' zijn grote bewondering blijk gegeven enrs bij de school als ons comité erop aangei | gen het zo mogelijk niet bij dit ene nws» I laten. Hij is van de noodzaak van eenik I lijke scholing in Europa overtuigd, te i I daar er in geheel Afrika slechts drie bc I lieke opleidingsinstituten voor sociale stic 1 zijn en deze nog maar beperkt functioneiE ' ~Nee, we hopen, dat Celestine niet i laatste hoeft te zijn,” zegt Aad Blom. ..i | zo'n meisje is lang niet voldoende. Ons! | woord is: graag meer, als er een finam f basis voor is. Dan willen we ermee doorjs , Maar eerst moeten we de actie rond Cd* rond zien te krijgen.”

~Wanneer u bedenkt,” zegt Ton Ma ~dat wij hebben gefinancierd: haar i reis van huis tot hier, haar gehele winterzomeruitzet, haar dagelijkse levensbehoei studie, pension, vakantie, verzeketi enzovoort, dan begrijpt u, tot welk een gr bedrag we komen. Er wachten ons nog kosten van anderhalf jaar verblijf hier terugreis naar Ghana en dergelijke. ~Mag ik dan tot slot nog een opmat maken ?” aldus de penningmeester, naéati ons een uitvoerig boekje had opengei over de tot nu toe ondernomen bietgia* en lepreltj esacties, de kerkdeurcollectese»i poging in oktober jongstleden om het laas geld los te krijgen onder het motto: i laatste loodjes wegen het zwaarst.

„Misschien stelt u belang in ons p nummer ?” aldus quasi-bescheiden de fl van de kas. „Dat is 3016 ten name va» Rotterdamse Bank N.V. te Rotterdam ten p ste van Rekening Actiecomité „Iri Akto Beatrijs had bijzonder veel belsmgö® voor dat gironummer. En een storting di« is inmiddels al gebeurd; genoeg voor i maanden kostgeld voor Celestine Gobiel. deelt BEATRIJS even de zorgen van < handvol geesWriftige jonge mensen Rotterdam, die het, zoals een van hen ji scherend opmerkte, met zijn vijftienen tej één meisje moeten opnemen. Maar ze wiffl het vast. Hand in hand, is immers • parool. TONVAUSCSi J