open veld zagen!.... Waar gingen ze toch in ’s hemelsnaam heen? Niet naar een station: aan de buitenkant van de stad, in het open veld had je geen stations meer. Meta begon zich een beetje onbehagelijk te voelen: er spookten haar allerlei vreselijke gedachten door het hoofd: van mensen, die plotseling krankzinnig werden, van mannen, die jonge meisjes ontvoerden- om ze als slavinnen te verkopen. Maar ... .neen, ze kende mijnheer Huddleton veel te goed: slechte dingen zou hij niet doen, en hij zag er toch heus heel verstandig uit ook. Wel keken zijn ogen vreemd-ondeugend. Toen begon Gudule ineens te jubelen: O, o, ik weet het« ik weet het!
Wat weet je? vroeg de ander nieuwsgierig.
Dit IS de weg naar Schiphol! Naar het vliegveld. Yes, Schiphol, knikte de Engelsman, die het woord verstaan had, vergenoegd. We gaan vliegen. Vinden jullie dat goed?
Vliegen? Naar Engeland vliegen? Ze zaten hem allebei stom-verbaasd aan te kijken, maar hij bleef hen glimlachend toeknikken. Yes!
Daar hadden ze geen woorden voor; dat was zo iets ongelofelijks! O, ze vonden het zalig, zalig! Tegelijk grepen twee meisjeshanden naar die van mijnheer Huddleton en allebei tegelijk ook, bedankten ze hem, probeerden ze hem duidelijk te maken, hoe fijn ze dk vonden. Dus jullie zijn niet bang?
Bang? Neen, helemaal niet. Maar als we vallen, zijn we allemaal dood.
Als de boot zinkt, zijn we ook dood, vond Gudule, en daar had ze gelijk in.
We zijn overal in Gods hand, zei hun begeleider de lucht zo goed als op het water of het land. En dat waren de meisjes met hem eens. Nu zaten ze nieuwsgierig door de raampjes naar buiten konden het vliegveld al zien liggen, en boven hun hoofden _ ronkten zwaar de motoren van de vliegtuigen, die zojuist met rondvlucht-passagiers waren opgestegen of van de vlucht terugkwamen. Laag scheerden ze over de grond, als reusachtige vogels. De auto stopte bij de ingang van het terrein.
Nu moeten jullie even hier wachten, dan haal ik biljetten! zei de Engelsman. Vijf minuten later was hij weer bij hen en met hun drieën liepen ze het veld op naar de plaats waar hun machine zou starten. Ze hadden nog een kleine drie kwartier de tijd, maar er was zo veel te zien en te zien en te vragen, dat het al heel gauw half twaalf was. Toen kwam hun machine bui-
Mannen sleepten haar uit de bergplaats, de „hangar , mecaniciens liepen er om heen met hamers en ohebussen en schroevendraaiers, de bestuurder kwam met grote passen over het veld aangestapt: onder het gaan maakte hij zijn hoofdbedekking vast. Na hem kwamen de anderen: de tweede bestuurder en de mecanicien. Binnen in het vliegtuig was de stewardes druk bezig in haar klein keukenappartement.Er waren negen passagiers, behalve mijnheer Huddleton en zijn twee gezellinnetjes dus nog zes: een heel interessante dame met een schat van een kindje en een nurse bij zich en verder nog drie heren: zakenmensen met grote actetassen onder hun arm. Ze stegen in, ze kregen hun plaats: de meisjes helemaal achterin, naast elkaar. Voor hen zat mijnheer Huddleton._ Toen kwam het signaal voor vertrek, en het vliegtuig reed, eerst langzaam, maar later met een grote snelheid, over het terrein. Het scheen of ze almaar doorreden, maar toen, ineens, bemerkten ze, dat de grond onder hen wegdook: dieper, dieper.... Ze vlogen. Om hen was het diepe geronk der zware motoren. ... Onder hen verdween Amsterdam. De huizen werden al kleiner, al kleiner, leken speelgoedbuisjes. Als het landschap beneden niet langzaam verschoven was, zou je hebben kunnen denken, dat je stilstond: je kreeg absoluut niet het gevoel, dat je vloog. Het was allemaal zo prettig, zo makkelijk!
Nu, hoe is ’t? informeerde mijnheer Huddleton, toen ze een goed eind in de lucht zaten. Heerlijk! juichte Meta! O, dat moesten ze thuis eens weten. Oma had geen seconde rust. En het is toch zo fijn!
Maar boven de zee werd het wel een beetje griezelig! Onder je zag je niets, dan water, water Als je hier eens naar beneden tuimelde, kwam er vast nooit meer iets van je terecht! Ze werden er een beetje duizelig van, en mijnheer Huddleton meende, dat alleen een kopje thee ze kon opknappen. (Wordt vervolgd).