ganöoc sekkciz

%i\n

door Gérard van Gerwen.

Hij liep wat te nanefen op de Donaupromenade. Het was een mooie zachte voorjaarsdag en het elegante Budapest wandelde daar en genoot. Je hoorde er alle talen, maar meest nog Hongaars. Op de banken en stoeltjes was het al aardig vol. Sandor Fekkete, de beroemde vliegenier, liep wat doelloos rond. Hij zag er chic uit met zijn lichte costuum, zijn witte slobkousen en de rode das met witte nopjes.

Een krantenjongen schreeuwde hoog boven het geroezemoes der stemmen: „De Avond”, „De Avond!” Sandor Fekkete kocht een krant, ging op een stoeltje zitten in de voorjaarszon en keek het blad eens in. Het verveelde hem. Op de voorpagina stond zijn eigen portret en een levensbeschrijving van hem. Zonder dat het hem bijzonder interesseerde, las hij, wat er allemaal over hem geschreven werd.

Sandor Fekkete, de grote, beroemde vliegenier werd als zoon van een boer in de omgeving van Czegedin geboren. Sandor Fekkete, student op het seminarie, Sandor Fekkete soldaat, Sandor Fekkete vliegofficier, Sandor Fekkete de alles wagende piloot, Sandor Fekkete maakt een solovlucht om de wereld, Sandor Fekkete verbetert het vliegrecord San Francisco—Honoloeloe, Sandor Fekkete verbetert ’t duurrecord voor watervliegtuigen. Het was Sandor Fekkete voor en Sandor Fekkete na. Hij moest er om glimlachen als hij bedacht, hoe de wereld een ophef van hem maakte. Het was toch zoveel niet, wat hij presteerde. Hij schrok van zijn eigen gedachten. Niet graag zou hij dat hardop gezegd hebben. Zijn beroemdheid immers maakte hem rijk. En al die bijzonderheden in de krant waren slechts een reclame voor het grote vliegfeest van Paaszaterdag. De Budapester Vliegclub had hem verzocht dat feest op te luisteren door een paar staaltjes van zijn vliegkunst te geven. Veel werd er eigenlijk niet van hem gevraagd. Hij, Sandor Fekkete, behoefde zich maar even te laten zien en een kleine vlucht te maken boven de Donau. Dat was al voldoende. En daarvoor stak hij weer duizende pengös (Hongaarse munt) in de zak. Met een filmmaatschappij was hij nog overeengekomen om een reclarne in de lucht te schrijven. Ook dat verzekerde hem een bedrag van duizenden pengös. Ja beroemdheden kunnen zich laten betalen! Ze houden toch zeker de eer van Heen land op! .. P

Sandor Fekkete, de roem van Hongarije, zoals Pijnenburg van Holland, Marlène Die-

trich van Amerika !| Belachelijk was het,[ idioot! Sandor Fek-j kete voelde zich slacht-; offer van zo’n wereldverdwazing.j Maar.... GELD bracht het op| en daarom kon hij nu logeren inj het fijnste hotel, hield hij er prachtige auto’s op na en kon zijn lief oud moedertje een mooi landhuis bewonen. Hij was rijk! _

Vanmiddag ging hij naar een thé-dansant op het Margaretha-eiland. Zondagavond was hij uitgenodigd op een souper bij den Premier. Dat zou een deftige boel worden met al die regeringsleden.

En volgende maand? Dan vertrok hij naar Hollywood! Hij wierp de krant van zich af en stapte op. Hij zwierf de Promenade af, riep een taxi aan en liet zich ergens in de stad afzetten, ’t Was op een plein, vlak tegenover een groot warenhuis. De etalages lokten tot binnentreden. Sandor Fekkete ging naar binnen en liet zich met de lift naar de zoveelste verdieping voeren. Daar kocht hij aardige snuisterijen voor zijn Moedertje.

Jat lieve oude” moedertje! Die liet zich niet voor de gek houden door Sandor’s roem en al dat onsmakelijke gedoe van kranten en mensen. Voor haar bleef Sandor slechts de jongen van vroeger, die graag chocoladepudding at, die hield van veel suiker in de thee en die dol was op Hongaarse goulash met ingemaakte paprika. Voor haar was Sandor de beminde ondeugd van vroeger, die alle dorpsjongens tot vriend had en die zo graag de meisjes plaagde. Dat goede oude Moedertje! Wat hield ze toch veel van haar ondeugd! Eén ding vond ze erg. Daarvan had ze verdriet en het kon haar nachten uit de slaap houden! Sandor nam het niet zo nauw meer met zijn godsdienst. Hij had de paar laatste jaren zelfs zijn Pasen niet meer gehouden!

Sandor, had ze onlangs nog tegen hem gezegd, Sandor, dat je niet meer in de kerk komt, vind ik heel verdrietig, maar beloof me, jongen, dat je trouw je drie weesgegroetjes zult bidden! Dan zal het nog wel eens terecht met je komen. Sandor had haar dat beloofd. Hij zou geen Hongaar zijn geweest, als hij zijn woord niet gehouden had. Goeie beste Moeke!

Van alles en nog wat kocht hij daar op de zoveelste verdieping van het warenhuis. Het meisje, dat hem hielp moest er even mee lachen, dat die chique aardige mijnheer zoveel cadeautjes kocht. Bezorgen: Donaupaleis, Kamer 17.

Een paar minuten later liep hij weer buiten.