Alles draagt een kalme bezadigdheid, grootsch wel, maar zonder afwisseling. Weldadig daarom doet die machtige bergstroom aan: die bruisen en beuken kan tegen die logge steenbrokken, totdat deze eindelijk meegeven, en de onstuimige Praga ze meesleurt, omlaag, altijd dichter bij de monding. Als het bandjirt, gaat de veerman niet over: de stroom laat zich niet dwingen door n primitief menschenwerk van boomstammen! Bedwongen zou hij eerst zijn, als er een brug kwam, op hooge steenen peilers van oever tot oever. Ons schooltje heeft daar ook naar uitgezien: naar zoo n brug. Want daar aan den overkant liggen groote dessa s, met veel kinderen. Een paar jaar geleden waren er uit die dessa s, die aangemoedigd door de vriendelijk-lonkende geleerdheid van ons schooltje, lederen dag met de pont óverkwamen. Maar.... de veerman zet niet voor niets over, en zoo kwam de schoolreis nog duurder dan het schoolgaan-zelf! En zoo heeft de Praga weer overwonnen, en is gebleven de groote reus en vijand van het dessa-schooltje te N., dat vergeefs uitziet naar dc drukke dessa s van de overzij.

Toen heeft het vol verwachting de blikken naar het Oosten gericht. Vandaar komt in breede golving de groote weg van Djocja aan, vol leven door auto-bussen en grobags en dessamenschen in kleurige kleeding. Maar ’t is, of dat leven kort vóór N. plots uitsterft; of wordt opgedronken door de twee groote passars, waar de weg langs gaat. De auto-bussen rijden tot de tweede passar: verder niet. Tot aan die passar is de weg vrij goed onderhouden en liggen cr langs den kant altijd hoopen geklopte keisteenen klaar, en zijn er steeds enkele koelies bezig, met houweel en stamper en blikken water, om den weg te repareeren; verderop is dat alles uit: dan staat de weg in den regentijd met groote bruine plassen, en diepe grobag-sporen maken het zelfs een fletser dikwijls te lastig. Nee, ook uit het Oosten zal er voor N. geen heil komen, zal het niet druk loopen van schoolgaande kinderen, zoolang de weg niet beter wordt. En beter worden zal deze niet, zoolang hij nog buigen moet voor den sterken tegenstander, de Praga; zoolang er nog geen brug is

Maar het Noorden dan? Daar liggen dessa's in lange rij aaneen. Daar zijn de menschen goed gestemd, en hebben het enkele jaren