x 4 49 z > JAVA AANëËÏÍÏÍÍXËHET HHAFÜK äíìììëììüìä

HERLEVING

DOOR H. BASTIAANSE, S.],

■ns schooltje te N. lag er als in een hoek gedrongen, stil en verlaten op den stellen bergrand, waarlangs, breed en geweldig in den regentijd, de Praga stroomt. Een moeilijk pad, met scherpe keien en steenblokken, gaat vlak langs de school de steilte af, naar het bruine, snelstroomende water diep beneden. Af en toe trekt er een dessaman voorbij, een last vruchten piekelend op z n schouders, of een bergpaardje sjokt er langzaam en behoedzaam naar omlaag, met twee bamboemanden vol houtskool over den rug, achter z’n leider aan, of een groep vrouwen, één voor één achter elkaar, met een stijven bundel rijst op den rug in de slèndang '), daalt zwijgend af naar de Praga. Op de rivier, vastgemeerd aan een steenblok, ligt de pont: twee klapperstammen met een bamboe-vlot ertusschen. De veerman ligt wat hooger-op, onder een afdakje rustig te wachten, totdat er genoeg menschen zijn afgekomen, die over willen. Hij weet wel: ze hebben den tijd, en die het eerst beneden zijn, zetten rustig hun vracht neer, en gaan er bij zitten, wachten op de anderen, die nog halverwege op de steile helling zijn. Ook hier is de zon vol op levenwekker: daarvan getuigt de groene plantenweelde, die overdadig-rijk alles overkleedt. Maar de menschen schijnt ze te hebben geslagen met drukkende loomheid, en de vogels doemt ze tot zwijgen.

1) Slendang: schouderdoek.