doch van het oogenblik der schepping af tot aan het einde der eeuwen”.

En zij is missionaris geworden niet door preeken of onderwijzen, maar door gebed en versterving. Al haar werken, haar lijden en moeilijkheden droeg zij op voor de priesters en missionarissen. Ver van het missieveld verwijderd, in haar stille kloostercel te Lisieux, waren haar gedachten toch steeds bij de geloofsverkondigers, leefde ze, als ’t ware, hun moeilijk leven van opofferingen persoonlijk mee. Zoo had de ziekenzuster haar eens, omwille van haar zwakke gezondheid, aangeraden, iederen dag een korte wandeling te gaan maken in den tuin. Voor de Zalige, wie het een genot was te gehoorzamen, gold deze raad j als een bevel. Hoeveel inspanning het haar ook kostte, trouw, iederen middag zag men haar buiten. Toen zij op zekeren dag weer met moeite voortging, zeide een harer medezusters: „Zou ’t niet veel beter voor u zijn, wat te gaan rusten? In zulk een toestand baat ’n wandeling toch niets!” „’t Is waar,” antwoordde Zuster Theresia, „maar weet ge waar ik mijn kracht put? Welnu ik zal ’t u zeggen, ik loop voor ’n missionaris. Ik stel me voor, hoe ginds ver weg, een missionaris van uitputting niet meer verder kan. En om zijn vermoeidheid wat te verlichten, offer ik de mijne aan God op.” Tot welk een uiterste haar apostolische ijver ging, laten vermoeden de volgende woorden, die de Zalige enkele uren vóór haar dood sprak: „Mijn lijdenskelk is boordevol. Neen, nooit had ik gedacht, dat ik zooveel zou moeten lijden. Ik kan mij dit dan ook niet anders verklaren, dan door mijn alles overtreffend verlangen om zielen te redden.” Met het volste recht mocht zij zich dus wel noemen: „het Zusterke der Missionarissen”.

Deze indirecte, maar daarom toch niet minder verdienstelijke deelname aan het missiewerk was onze Zalige nog niet genoeg. Gedurende haar leven had zij reeds voorspeld: „Na mijn dood zal ik terugkeeren op aarde om de priesters, de missionarissen, geheel de H. Kerk te helpen”.

Overvloediger, dan iemand durfde verwachten, is deze belofte in vervulling gegaan. Steeds meer neemt de invloed van „het Zusterke der Missionarissen” toe in de landen der ongeloovigen, waar zij hare beschermelingen op de meest treffende wijze hulp en troost biedt bij zwaren missiearbeid.