De Resident begroette eerst de Sultane, en ging vervolgens de rij der prinsessen langs, aan elk de hand toereikende. Dan zette hij zieh met den Sultan neer en onderhield zich eenigen tijd met de Sultane. Hierbij hurkten de prinsessen aanstonds op den grond en zelfs de Sultane zat gehurkt voor den Sultan, toen ze zich met den Resident onderhield.

De plechtigheid duurde zeer kort en de Resident nam afscheid van Hare Majesteit.

Thans eerst zou de stoet zich in beweging zetten naar de Sittinggil, het eerste voorhof, waar de Sultan zich aan zijn volk zou vertoonen. Wederom gearmd met den Resident voortschrijdend werd hij nu gevolgd door een heele schaar troondienaressen, waarvan eenige de heilige krissen van den vorst droegen, andere de gouden zetels, het voetbankje, en vele andere dingen, tot den zakdoek en de kwispedoor toe, waarvan de Sultan zich kon bedienen. Daarachter een groep hovelingen, die de heilige speren droegen.

Dan volgde de kroonprins, gearmd met een der assistent-residenten, met zijn gevolg bestaande uit lijfwacht, hovelingen en verder een groep gebrekkigen en dwergen, die hij steeds in zijn gevolg heeft.

Terwijl we de verschillende voorhoven doortrokken, stonden aan beide zijden de kraton-troepen opgesteld in hun vreemde en veelsoortige kostumes. Tamboers, pijpers, hoornblazers en andere muzikanten verwelkomden Sultan en Resident met hun eigenaardige muziek en de vaandrigs salueerden met de korpsvaandels.

Bij dit optrekken viel mijn oog op de pendopo, waarvan Dr. Groneman schrijft in zijn Gids voor Djocja: „Op het midden van den steenen vloer van de bangsal Kemadoenga, de pendopo op het tweede plein, ziet men een met bamboe-omheining omsloten vierkant. Daar zat in vroegere tijden de Sultan op zijn dampar of troon om de uitvoering van het vonnis van ter dood veroordeelde onderdanen, bij te wonen, die tegen den dwarsmuur gekrist werden.” Men bekijkt in ’t voorbijgaan met een zekere huivering deze eertijds met zooveel bloed doordrenkte plaats. Aangekomen op de Sittinggil, begaf de gansche stoet zich naar de groote pendopo en zette er zich neer. Nu begon het bekende défilé der kratontroepen. De militairen, ongeveer drie a vier dui-