gens zelf, die zeer ontvankelijk zijn voor de waarheid, zoodra ze haar leeren kennen, doch bij hun familie. Bij de enkelen, die de heele school doorliepen en ongedoopt vertrokken, was dit ook het geval. En merkwaardig: zoo gauw die oud-leerlingen later een onafhankelijke positie kregen, kwamen ze terug om gedoopt te worden. De bodem is hier wel geschikt voor het goede zaad.

Ook bij deze jongens waren het blijkbaar de ouders, die hen tegenhielden, want het waren flinke kereltjes: in de ketk baden ze altijd even godvruchtig, ze kenden den catechismus even goed als de anderen, maar .... van gedoopt worden spraken ze niet.

De doopplechtigheid nu zou plaats hebben den 12'" Maart, op den feestdag der heiligverklaring van den H. Ignatius en den H. Franciscus Xaverius. Maar de plechtigheid is niet doorgegaan, omdat de H. Franciscus een spaak in het wiel gestoken heeft. Wat was er gebeurd?

Van den 4'" tot den 12'" Maart is het de tijd van de genadenoveen, ter eere van den H. Franciscus Xaverius. Pater Prefect had in de catechismus-les de jongens van de tweede klas aangespoord om de noveen te houden tot een heel bijzondere intentie ; welke, zei hij hun niet. Maar als het gebed verhoord werd, zouden ze zeker allen zeer blij zijn; tevens wees hij hen op de groote genaden aan deze noveen verbonden. De bedoeling van den Prefect was te verkrijgen, dat de drie jongens zich zouden opgeven voor het H. Doopsel.

Fn zie, daags voor den doopdag komen twee van de drie vragen, of ze ook gedoopt mogen worden; ze hadden toestemming van hun ouders. Van den catechismus kenden ze reeds genoeg, maar ze moesten toch eenige voorbereiding hebben en overhaasting is nooit goed, ook niet in het bekeeringswerk. Dus noodzaakte de H. Franciscus ons wel, door zijn wonderbare gebedsverhooring, om de doopplechtigheid een week uit te stellen. De eerste-klassers, die dat eerst erg vervelend vonden, waren echter zeer blij, toen ze de reden van het uitstel hoorden, en stemden er ten volle mee in, dat de beide nieuwe doopelingen Ignatius en Franciscus Xaverius zouden heeten. Jammer is het, dat nummer drie zich nog niet durft laten doopen; hij zou zoo graag willen. Op den feestdag zelf was hij erg droevig gestemd.