hier vrouwentrant! Haar lip is weggezakt door het vies buitenhangen van ’t bruin-roode goedje. De mondhoeken en tanden zijn aangevreten door ’t bruine sap, en haar lach heeft het inconvenient te staan naar die onhebbelijke gewoonte. Ook zal de Patricische-Romeinsche heilige niet terugvinden in haar beschermelinge de sierlijke klassieke pose van ’t lichaam ; misschien wel ’n enkele plooi, die haar bevalt, in de goor-donkere sarong of in de losomgeslagen slendang, ’t Werk der natuur was beter in enkele vriendinnetjes, maar ook bij de jongens hinderden de vuil geworden baadjes en bij een enkele het verwarde haar.

Hoe wreed-werkelijk die bestorming van Jeruzalem!

Wie zich afwendt en den triestigen tocht door Klein-Azië niet wil! Wie slechts zijn eigen glorie zoekt en het groote „Gód wil het I ” vergeet! Wie zich bedrogen waant door z’n eigen fantazieën, met liefde gewekt op de ~Ama” en warmpjes gedragen in z’n hart! Die heeft ’t missiewerk niet begrepen. Die weet niet, dat harde plicht en ’n glansloos sterven ook en meer heldenmoed vragen dan het slaan met de strijdbijl op Jeruzalems wallen voor de oogen der gansche wereld.

Hier, in deze arme kinderen van arme onwetenden, is groot werk gedaan. En weer in stillen eenvoud ! Met hard werken I Eiken Zondag komen ze naar de ~Agama” d.i. Leering. Dan vullen ze de schoolbanken of hurken neer op den grond. Met taai geduld en onuitputtelijken goeje-zin blijft de Pastoor aantoonen de onmogelijke dwaasheid van bijna-ingeboren meeningen over God en geesten! Dan bouwt hij aan den lichttempel van het H. Geloof en. Lezer, de Pastoor bidt en gij bidt I Want ’t is geen menschenwerk, als Pa-woe-la meer van God geniet dan wij! ’t Is beschamend voor ons, die diepzinnig praten over de heilige Drievuldigheid, als een doopleerlingetje op z’n bloote voetjes achter u onhoorbaar de kerk insluipt en in ’t middaguur hij, de ongeletterde en de te-elfder-ure gekomene, z’n half-uurtje bij Jezus beter vult dan wij. ’n Gedoopte kroop op z’n knietjes langs de statie’s van den H. Kruisweg en bleef o zoo lang den Ratoe-Lijder beschouwen op het Hem-nog-meer-misvormende prentje, ’n Open zieltje, geheel alleen bij Hem, die de Bron der genade is!

Als straks de lange doopplechtigheid is afgeloopen, gaan de nieuwgedoopten weer naar hun kampong. Daar, onder de honder-