opvatting en een zielediepte, die men achter zijn guitigen, joligen lach niet gemakkelijk zou hebben vermoed.

Zeer gunstig ontwikkelde zich hier te Moentilan zijn geest en zijn karakter. Met groote belangstelling volgde hij Java’s ontwaken en het werd langzamerhand zijn ideaal mede te werken aan de opheffing van zijn volk en het te brengen tot het H. Geloof, waarin hij zelf zijn geluk gevonden had. Toen hij dan ook van hier ging, hadden wij de vaste hoop, eenmaal in hem een vurigen leekenapostel te bezitten.

De jaren, die hij te Ambarawa en te Tjilatjap doorbracht als onderwijzer, bleef hij zonder eenige vrees of menschelijk opzicht voor zijn katholiek Geloof uitkomen. En dat beteekent heel wat in eene geheel onchristelijke of antichristelijke omgeving. Wanneer de Pastoor er op dienstreis kwam, was hij diens hulp en steun en beschouwde hij het als zijn werk,'alles voor het H. Misoffer in gereedheid te brengen, en zelf de H. Mis te dienen. Op groote feestdagen kwam hij gewoonlijk naar Moentilan, om zijn godsvrucht te vodoen. Verleden jaar in Mei deed hij hfer de eerste gesloten retraite voor inlandsche onderwijzers met grooten ijver mee.

Deze Kerstvacantie zou hij gaan doorbrengen te Batavia, waar een zijner jongere broers in betrekking was.

Een paar dagen vóór Kerstmis kwam hij te Batavia aan, vroolijk en opgewekt als altijd en oogenschijnlijk gezond. Wel viel het later op, dat hij met veel belangstelling had nagevraagd, of er te Batavia een kerkhof was voor katholieke Javanen, hoe zij er werden begraven enz. . i

Hij trof te Batavia iemand, hem bijzonder dierbaar. Katholiek Javaan als hij, maar die sinds eenigen tijd zijne godsdienstplichten had verwaarloosd. Gilbert rustte niet, voor hij hem tot zijn vroegeren ijver had teruggebracht en samen gingen zij m den Kers nacht te biechten en aanzitten aan de H. Tafel.

De Kerstdagen bracht hij genoeglijk door nret zijn jongeren broer en vele Oud-Moentilanners te Batavia op school o m betrekking. Den 28sten December gingen zij de havenwerken xmn Tandjong-Priok bezichtigen. Bij hunne thuiskomst klaagde Gilbert over vermoeidheid en hoofdpijn, maar was toch nog te een gezamenlijk zingen van Maria- en Kerstliederen, die zij te Moentilan geleerd en zoodikwijls en zoo gaarne gezongen hadden; savonds om half tien begaf hij zich ter rusten. Een uur daarna wordt h.j