EEN GROOT VERLIES.

UITTREKSEL UIT EEN BRIEF VAN PATER J.A.A. MERTENS S.J.,

De Oudejaarsavond bracht ons een droevige tijding, dat n.I. den 2gsten December I.j. te Batavia vrij plotseling overleden was, onze oudleerling, de Inlandsche onderwijzer Gilbert Salimin. Ik zeg, een droevige tijding, en beter zult u dat begrijpen, als ik u een en ander van den overledene vertel.

Qilbert (zie bl. 99) was midden 1912, op ongeveer veertienjarigen leeftijd, hier op school gekomen, met twee jongere broertjes, waarvan de een nu beambte is bij den Pfostdienst te Batavia en de andere leerling aan de Middelbare Landbouwschool te Buitenzorg. Gilbert werd den 24sten December 1912 gedoopt en ontving daags daarna, op Kerstdag, voor de eerste maal de H. Communie. Juist acht jaar later zou hij voor den laatsten keer tot de heilige Tafel naderen. In 1917 verwierf hij het einddiploma der Kweekschool met den titel' van Candidaat-onderwijzer en stelde zich ter beschikking van het Gouvernements-onderwijs. Niet lang daarna werd hij als onderwijzer aangesteld aan de HoUandsch-Inlandsche school te Ambarawa en werd m 1920 in dezelfde hoedanigheid overgeplaatst naar Tjilatjap.

Gedurende zijn verblijf te Moentilan werd de overledene beschouwd als een flinke, vroolijke jongen, die gaarne met alles meedeed. Noch door ijver, noch door knapheid muntte hij in den beginne boven zijn medeleerlingen uit en zijne luidruchtige vroolijkheid overtrad wel eens de strenge wetten van het Javaansche decorum. Maar in vertrouwelijke gesprekken, in vragen die hij deed en moeilijkheden die hij maakte, toonde zich al spoedig een ernst van levens-