wanneer wij den moed hebben na te volgen de deugden van liefde tot God en naastenliefde, welke wij in Pastoor Verbraak hebben bewonderd.
Ik wensch evenwel, dat zijne gedachtenis nog op andere wijze een zegen zij, een zegen voor den overledene zelf. Ik zal mij nader verklaren. F. Verbraak heeft misschien onze hulp nog noodig. Want Gij weet, zelfs de rechtvaardige valt nog zevenmaal op één dag, en niemand die sterft en niet geheel en al rein is, kan den Hemel binnengaan, maar moet gelouterd worden in het Vagevuur. Laten wij dan hem indachtig zijn en voor hem bidden, opdat hij, wanneer dit nog niet is geschied, spoedig de woorden hoore: «Goede en getrouwe knecht, treed binnen in de vreugde UwsHeeren!» Dan zal onze herinnering voor hem een zegen zijn, maar een zegen, die op ons zal terug vallen ; want voor den troon van God zal hij dan voor ons bidden, opdat ook wij eenmaal op ons sterfbed evenals hij den Apostel Paulus kunnen nazeggen : «Ik heb den goeden strijd gestreden, ik heb mijne loopbaan voleind, ik heb het geloof bewaard, mij is de kroon der gerechtigheid w'eggelegd, dien de rechtvaardige Rechter op den Oordeelsdag om mijne slapen zal drukken!»
. Nobele Pastoor Verbraak, ik breng U hier mijn laatsten groet, mijn laatste vaarwel.
Vaarwel uit naam van mijne medebroeders, die ook de Uwe zijn. Wij hebben in U een schitterend voorbeeld gehad van priesterlijke deugd, dat wij voortaan zullen missen.
Vaarwel uit naam van het N. O. I. leger, welks trots Gij zoo lange jaren zijt geweest! Vaarwel uit naam van ontelbaren, die Gij zoowel geestelijk als stoffelijk hebt welgedaan. Vaarwel uit naam van Magelangs burgers, die Gij nog in Uwen hoogen ouderdom door Uwen levenswandel hebt gesticht! Maar neen, niet vaarwel alleen ; maar tot weerziens hierboven bij God in de eeuwige heerlijkheid.
AMEN.
Na de H. Mis werd de absoute gedaan door Pastoor van Hout, geassisteerd door P. v. Velsen en P. Hoevenaars.
Te acht uur waren de kerkelijke plechtigheden afgeloopen