in het huis van Emmanuel, de eerste, welke nog ooit in Djatinom plaats vond.

Wat was die Emmanuel gelukkig, toen hij nu zooveel moeite aldus beloond zag! Tijdens het Doopsel keek ik nu en dan onwillekeurig eens tersluiks naar hem. Men kon het hem aanzien, hoe dit alles hem aangreep, hoe ’t zijn hart vervulde van dankbare vreugde, nu hij daar zijn dierbare echtgeno'ote en heel die schaar van kinderen in den schoot der Kerk zag opgenomen en deelachtig worden aan de groote genaden, welke God voor zijn uitverkorenen heeft bestemd. Nu en dan kon men hem even hooren zuchten. Men kon het zien : dat was geen zucht van smart, maar de stille uiting van een hart, overvol van vreugde en dank jegens den goeden God voor al de gunsten, welke hij dien dag uit zijn Vaderhand ontvangen mocht, als loon voor zijn trouw medewerken met God’s genade.

Ook ik heb veel voldoening gehad van mijn reis tiaar Djatinom. Hoe graag was ik er nog wat langer geblevend Ook op andere plaatse» echter werd op mijn komst gewacht.

Ik heb echter stellig moeten belogen, dat ik nog eens terug zou komen. Dit deed ik natuurlijk van ganscher harte. Een plaats, waar een catechist is met zooveel liefde voor godsdienst, is een land van belofte voor het Missiewerk. En alleen reeds het huisgezin van Emmanuel is voor mij een bezoek overwaard.

Met een hart vol blijde verwachtingen verlieten we Djatinom.

Nu ging het'weer naar Klaten, waar we ’s avonds Kruisweg hadden en den- volgenden morgen vroeg H. Mis met zang, waaronder ook veel Europeeschê kinderen ter H. Communie kwamen.

In den loop van dien dag moest ik verder naar Solo, waar ik dan twee dagen zou blijven.

Gaarne zou ik U ook daarvan nog eenige bijzonderheden vertellen, maar tot mijn spijt is ’t mij onmogelijk' De tijd daartoe ontbreekt me op ’t oogenblik.

Van uit Solo bezocht ik nog de oude keizersstad Kartasoera, thans verworden tot een zeer gering plaatsje, waar de ruïnen der oude paleizen bijna geheel verdwenen zijn.

In Kartasoera woonde ook een ijveraar, een onderwijzer, die door woord en voorbeeld al een groepje om zich verzameld had, die hij hoopte tot den dienst van den waren God