Die soos is werkelijk een goed ding. En ofschoon die ouders nog Mohamedaan zijn, hebben ze aldus inderdaad hun huis gemaakt tot ’t middelpunt van ’t kMholieke leven der Javanen te Klaten! In die soos ook heb ik den volgenden dag schrik niet het kindje gedoopt, waarvan ik zooeven sprak. Het woonde daar dicht bij, en door de goede zorgen der jongens was er toen alles netjes voor in orde gebracht. Men moet zich wat weten te behelpen !

Bijna zou ik nog vergeten te vertellen, dat het juist kermis was te Klaten. We hebben dus natuurlijk ook de kermis bezocht. Meer dan eens moesten we er langs of er over. ’t Is bepaald interessant, zoo’n Javaansche kermis. Ik zou bijna in bekoring komen, ook daarover nog wat te gaan vertellen, over die veelsoortige kraampjes, kijktentjes en „spullen”, over het publiek, zoo geheel anders dan in Holland, o.a. veel rustiger, hoewel het er erg vol was, en over nog veel meer opvallends. Maar vóór eenigen tijd reeds zond ik U eene beschrijving van die kermis, nog wel van een Javaan, zoodaf ik ’t niet noodig acht, U daar verder mee te vermoeien. (Zie Berichten 1916, blz. 124).

Den volgenden morgen begon even na 6 uur het biechthooren. Er kwamen ook een paar Europeanen naar de H. Mis en een twintigtal Europeesche kinderen had het hoofd der school gestuurd.

Na de H. Mis werd eene onderrichting gehouden, voornamelijk ook voor deze Europeesche kinderen, om hen aan te sporen, den volgenden dag de H. Communie te ontvangen en om hen daartoe voor te bereiden.

Tevens werden ze opgewekt om ’s avonds den Kruisweg te komen bijwonen, daar ook er voor en er na gelegenheid zou zijn om te biechten. Zij hebben goed aan den oproep gehoor gegeven.

Een Kruisweg! Dat w.as wat! Nog nooit had men dat gezien in Klaten. De H. Mis met zang was reeds een verrassing geweest. Ook iets wat nog nooit was voorgevallen. Men heeft nu eenmaal geen zangers ! Maar de zang van dien morgen beloofde wel, dat het ’s avonds ook weer goed zou gaan. Ze hebben dien dag nog eens goed gerepeteerd, ook voor de H. Mis van den volgenden dag; en ’s avonds was het kerkje weer tjokvol, zoodat ik bij het gaan langs de Staties soms