XV.
op dienstreis hier en daar.
door Pastoor L. P. Groenewegen.
In mijn vorigen brief schreef ik U iets omtrent de inderdaad merkwaardige bekeering van onzen goeden Emmanuel (Berichten 1917, blz. 103).
Gij zult misschien verlangend zijn nog iets naders over hem te vernemen.
Ook ik wilde er meer van weten, vooral omdat de man gezegd had, dat' er in Djatinom, zijne woonplaats, nog wel meer menschen waren, die Christen wenschten te worden.
Ik besloot dus, zoodra de gelegenheid zich voordeed, hem eens te gaan bezoeken.
Twee zoontjes van hem had hij hier op school gedaan, zoodat ik nu heel gemakkelijk in de gelegenheid was, wat meer over Djatinom te vernemen, .in het bijzonder waar het plaatsje lag en de wijze, om er te komen.
Nu, dat viel nogal mee: met tram en spoor kan men het al een eind brengen. En voor het verdere gedeelte van den tocht, n.l. van Klaten tot Djatinom, had men te beschikken over een flinkgebaanden weg, zelfs geschikt voor rijtuigen.
Emmanuel had me gezegd, dat hij thuisgekomen, aanstonds beginnen zou, zijn huisgenooten aan zijn geluk deelachtig te maken. TMu vernam ik dan ook van zijn zoontjes, dat vader al druk bezig was broertjes en zusjes en moeder thuis te onderrichten.
Dit alles was wel in staat om mijn verlangen naar Djatinom te doen groeien. Ik zag dan ook naar de eerste gelegenheid de beste uit om de reis daarheen te kunnen ondernemen.
En die gelegenheid bood zich inderdaad aan.
De vacantie stond weer voor de deur!
Dan is er voor ons wat meer gelegenheid om buiten onzen