bijgevolg zeer bevriend met den toewan. En ze moesten ook niet vergeten, dat anders de kleine meid later nooit met haar vele neefjes en nichtjes en andere jongens en meisjes, die allemaal katholiek waren, in den hemel blij zou kunnen spelen ; want als zij niet gedoopt is, kan zij onmogelijk in den hemel komen.» En zoo werden allerlei beweeggronden aangehaald, om het gemoed dier arme lieden te verteederen. Trouw hielpen mij de brave christenvrouwen in het aanvoeren van gronden en redenen, zoodat de zaak al spoedig gunstig beslist werd. Om hen nu van mijn kant ook mijn volle tevredenheid te betuigen, zeide ik hun nu, dat ik de kleine den naam van mijn eigen zuster: Henrica zou geven. Dat vooral deed de ouders en grootouders goed. De zaak was dus beslist.
Daar hooren wij buiten spreken' de deur gaat open en in het gezelschap van een paar mannen komt Pater Jansen binnen. Spoedig is alles gereed. Een klein tafeltje wordt klaar gezet, twee kaarsjes op hun koperen kandelaars aangestoken, het fleschje met doopwater en het zilveren busje met de H. Olie (chrisma) en het doosje met zout neergezet op een wit uitgespreid doekje. Ondertusschen doet Pater Jansen de stool om en neemt het Rituale. En terwijl ik naast de grootmoeder met de kleine neerzit om op de door de kerk voorgeschreven vragen te antwoorden, gaat aan den anderen kant mijn brave christin Elizabeth zitten om de kleine als meter vast te houden. De kleine wordt geteekend met het teeken des kruises op voorhoofd en borst, de duivelbezwering uitgesproken, gewijd zout in het mondje gelegd, en ten slotte met de H. Olie gezalfd. Dan vloeit het water des Doopsels en de H. Kerk is weer grooter geworden : een ziel meer is weer teruggegeven aan den Schepper, een kinderzieltje meer .is getooid met het reine kleed dei> heiligmakende genade. O dat zijn zulke gelukkige oogenblikken voor den missionaris, als hij ziet, dat Jezus’ Heilig Bloed voor een ziel minder tevergeefs gevloeid heeft.
Na afloop pakt Pater Jansen alles weer in, terwijl ik naar buiten ga, om de watjes, waarmee de H. Olie is afgeveegd, te verbranden. Nieuwsgierig staan daar de Javaansche jongens en meisjes te kijken. Bijgeloovig als zij zijn, meenen ze zeker, dat daar iets zeer gewichtigs gebeurt en denken aan booze