hier dan niet Mr. van Dam ?> «Pardon, hier woont Mr. A.» «Weet U ook waar het huis van Mr. van Dam is ? Men heeft mij gezegd, dat hij in Gang Boengoer moet wonen». «O, dan zullen de meisjes U wel even den weg wijzen» klonk het welwillende antwoord. «Is U of de vrouw misschien katholiek,», vraag ik, in de hoop een kindje te kunnen doopen. «Pardon we zijn allen protestant».
Onder begeleiding van twee meisjes ging ik naar Gang Boengoer. Een voorbijganger zeide ons, dat er twee Gangen van dien naam waren, naast elkaar gelegen. Ik trok er een binnen ; een vuil-modderigen binnenweg. Op mijn vragen, of iemand een zekeren Mijnheer van Dam kende, kon niemand antwoord geven. Een Mijnheer «pan Dam» (de inlanders kunnen f en V niet uitspreken, maar zeggen daarvóór p of b) kende men niet. «Maar, JToewan, in den anderen Gang. Boengoer wonen meer Europeanen, misschien zult U hem daar vinden».
Door de modder huppelend, trok ik den volgenden Gang Boengoer binnen. «Woont hier een Mijnheer van Dam ?» «Neen, Toewan, die woont in den volgenden Gang». «Heet die dan ook Gang Boengoer ?» «Ja, Toewan, al de gangen heeten hier Gang Boengoer».
«Nu is mij tenminste positief gezegd, waar die Mijnheer «pan Dam» woont; nu zal ik hem wel gauw vinden», dacht ik.
Met mijn doop- en bedienkoffertje en mijn parapluie in de hand danste ik weer over het glibberige paadje terug, en den volgenden gang in. «Waar woont hier Mijnheer pan Dam?», klonk weer mijn vraag aan iedereen dien ik tegen kwam. «Die woont hier niet», zei de een; «dat weet ik niet», sprak een ander; «die naam is hier onbekend», antwoordde een derde, «’t Is een oude zieke man» hernam ik. «In dezen Gang is geen zieke», klonk het ontmoedigend antwoord. Een laatste poging werd gedaan. Ik ging een inlandsch huis binnen. «Weet je ook waar Mijnheer van Dam, of pan Dam woont?» «Mijnheer, die woont vier gangen verder», antwoordde me een der inlanders in t Hollandsch. «Weet je dat zeker?» vroeg ik. «Ja, Mijnheer; dan moet U dezen Gang uitloopen, eeri eind den grooten weg volgen en dan een Gang Miskin ingaan».
«Maar ik moet in Gang Boengoer zijn!»
«Die Gang wordt ook Gang Boengoer genoemd». Ik gleed weer terug. Ondertusschen was het al donker geworden.