staat voor de vele kleinen, alle nog op de lagere Hollandsch-Inlandsche school, die in den omtrek van het college bij Christen-Javanen in den kost zijn. Hun kosthuis mag zich soms, zooals dat bij de inlandsche woning tegenover het College ’t geval is, verheugen in een weidschen naam. Naar zijn bezitter noemt men het ~Andreas-College” (foto no. 2).
Het volgende „Sembahjang = bidden” kan men pas goed begrijpen, als men het hen zelf heeft zien doen en ze heeft zien zitten vóór het uitgesteld Allerheiligste, het Moeder Godsbeeld of zooals nü in den Kersttijd voor het kribbetje.
Maar nu de laatste lei! „Voor u allen!” Wie zullen hier de bevoorrechten zijn? Het briefje ging in de bus waarop stond „voor Javaansche priesters” dus .... Ja, ook voor hen, maar toch op de eerste plaats voor u allen, die of door uw stuivertje of door uw gouden tientje de opleiding van Javaansche priesters mogelijk maakt.
Doch zoo juist sprak ik van twee giften en tot nog toe werd er slechts van één rekenschap gegeven in de boeken voor het priesterfonds.
Wel was deze eerste gave reeds in staat, om op de credietzijde bij alle milde „gevers” een heel cijfer te kunnen boeken, maar door de tweede gift krijgen vooral de „geefsters” een bijzonderen dank van de meisjes uit Mendoet, die zoo goed weten, dat haar dank tegenover weldoensters zich het beste toont door gebed.
__ Hoe zouden ze ook niet waardeeren de edelmoedigheid van haar, die zorgde dat ze laatst met Kerstmis een nieuwe Christen-medeleerlinge kregen en zij niet afgunstig waren dat de pas aangekomene drie Heiligen, Anna, Maria, Theresia tot patrones kreeg, terwijl zij het slechts met doop en vormnaam hoogstens tot twee konden brengen.
Zooals u ziet op bijgaande foto is „Soekinah” nog niet erg goed thuis in de „Zusteran,” d.i. de Zustersschool zooals hare twee oudere zusjes en de overige honderd dertig interne leerlingen, van wie ik u den vorigen keer ’t een en ander vertelde.
Doch nu. ze met Kerstmis gedoopt is zal de christelijke blijheid die schuwheid en verlegenheid van het dessameisje wel spoedig verjagen en wordt ze wie kent Gods plannen misschien een overgelukkige moeder van een Javaanschenpriester!
Xaverius-College Moentilan, Januari 1918.