Engelsch, een standaardwerk 1250 bladz. in folio, vertaald Sjongti „een vermetele aanduiding van dengene, die de wereld d.i. China bestuurt.” In een noot teekent deze begaafde Protestantsche zendeling hierbij aan: ~Er zijn gewichtige redenen om aan te nemen dat de vroegere vorsten van China de geesten van hun vergoddelijkte voorvaderen onder dezen naam Sjongti hebben vereerd en hun hulp hebben ingeroepen. Een Sjongti was voldoende om het Rijk te bewaren en om de dynastie van den een op den ander te doen overgaan, onverschillig welke familie was aangewezen .om den troon te beklimmen. Een onbegrensde ,waardigheid en macht werd aan dien bewaker toegeschreven, terwijl de monarch, die het bewind voerde, in zijn godvruchtige oefeningen en offers al zijn voorgangers insloot.
idee Sjongti omvat derhalve veel monarchen, die vergoddelijkt zijn en als beschermers van de waardigheid, die ze zelf vroeger bekleed hebben, zijn ze en worden nu nog door hunne opvolgers aangeroepen om geestelijke hulp te verleenen.”
Waar, zoo vraag ik na dit lange citaat, is in de benaming Sjongti eenig denkbeeld te ontdekken van den eenig waren God, dien de Christenen aanbidden ? Met dit gevoelen gaat geheel accoord onze landgenoot Prof. J. J. M. de Groot in zijn werk: „Jaarlijksche feesten en gebruiken hij de Chineezen.”
De Katholieke Chineesche catechismus, het eerste artikel der Apostolische Geloofsbelijdenis behandelend, wraakt, onder andere, ook dit gebruik van Sjongti als een ijdele afgodische benaming.
Het officieele Chineesche woordenboek van het Hemelsche Rijk, nog steeds gangbaar, geeft als eerste betee.kenis van Sjongti; ~een titel voor hem die het Rijk bestuurt.”
Waren steeds de meeningen der nazaten verdeeld, hoe dacht de prins der Chineesche philosofen, Confucius zelf, over dat gewichtig vraagstuk?
Met het bovennatuurlijke liet de wijsgeer zich niet in. „Wat,” zoo. riep hij eenmaal uit, „wat is het bestudeeren van leerstelsels over het bovennatuurlijke toch schadelijk !”
Het aanbevelen van de vereering der voorouders, dit is schering en inslag bij al zijne lessen, maar van God of een godendom zien wij hem nergens gewagen. Een zijner ver-