kleine meisjes van vijf a zes jaar om de nietigste reden toovenaressen, en die daarom onverbiddelijk veroordeeld zijn om vergiftigd of op een andere manier gedood te wors den, als niet een of andere meer=menschlievende want ze naar de Missie braeht.

Verschillende Zusters bezoeken op ’t oogenblik de dor« pen in den omtrek. ’t Is ongeloofelijk, hoeveel goed ze doen door haar woord en onuitputtelijke liefde, vooral door het verbinden van zieken en het uitdeden van geneesmiddelen. We kunnen de hulp van het Genootschap onmogelijk missen, en ik beveel de Missie bizonder aan in Uw zoo gewaardeerden steun.

Ik sluit hier ’n paar foto’s in.

Aanvaard nogmaals de verzekering van mijn innige dank= baarheid.

Uw toegenegen in Christus,

t G. Anselmo,

V. Bisschop van Dinajpur,

Uit den Kindsheidoptocht van Wanroy