gezocht wordt, en zoo ook hier. De kapitein, die elk zijner manschappen bij naam kende, hoorde uit hun eigen mond de loftuitingen over menigen spreker en eindelijk bekroop hem de lust zelf ook eens te gaan hooren, want te biechten gaan en zijn leven veranderen, dat was geen soldatenwerk. Zulks was hoogstens goed voor oude vrouwen.

Een paar dagen daarna stapte de kapitein in de boot en weldra was het hoofdplaatsje bereikt. Tegen den tijd, dat de H. dienst zou aanvangen was hij in de kerk en had zich een plaatsje weten te ruimen juist zoo gelegen, dat hij den spreker nauwkeurig kon gadeslaan. Nauwelijks betrad de priester den predikstoel of de kapitein had moeite een uitroep te onderdrukken: hij had in hem een vroegeren schoolmakker herkend. Geprikkeld door nieuwsgierigheid en belangstelling in zijn ouden makker volgde h'ij nauwkeurig zijne preek en nauwelijks had de dienaar Gods het woord Amen uitgesproken of de oude soldaat viel op de knieën en bedankte God, dat hij hem in de kerk had gevoerd en innig smeekte hij den Almachtige de genade te mogen erlangen weder zijn vriend te zijn. . .

Toen de H. Mis geëindigd was, richtte de kapitein zijne schreden naar de verblijfplaats der Missionarissen en verzocht den prediker te spreken, die pas het spreekgestoelte verlaten had. Weldra was hij in zijne tegenwoordigheid, en wat daar is afgehandeld is God alleen bekend en heejt Hij achter zich Ons is bekend, dat de soldaat opgeruimd het huis verliet en hij het huiswaarts keeren aan de roeiers vertelde, dat hij te biechten was geweest. Den volgenden dag reeds vroeg had hij zijne rustplaats verlaten en den luitenant zooveel geld gegeven uit eigen zak, als noodig was om het garnizoen te betalen: »het was juist tractements- en waarschijnlijk kwam hij heden niet terug; hij kon zelfs den juisten dag niet bepalen”. Weldra waren de 25 minuten varens, die het eene garnizoen van het andere scheidde afgelegd en de officier was met zijne