LANDBOUW.

KINA-KULTUUR

KOFPIJ-KULTUUR.

Opzieners, belast, met het toezigt over de West-Indische koffij bereiding in de residentie Bantam. R. H. N. Brilman, 30 dec. 1863. H. Lenting, 11 aug. 1865. Opzieners, belast met het toezigt over de bereiding op de gewone wijze vandoor de bevolking inde roode schil geleverd wordende koffij inde residentie Redoe. F. H. Zeijdel, I dec. 1849. J. M. van Aaken, 3 maart 1856.

Directeur der gouvernements kina-aanplantingen in het regentschap Bandonq (Preanqer-Regentschappen). K. W. van Gorkom, 25 dec. 1872.

Scheikundige bij de kina-kultuur. J. C. Bernelot Moens, 22 maart 1872.

Hoofdopziener bij idem. H. W. Hooveling, 15 jan. 1873. Opziener der lste klasse. H. A. Wolters, 10 jan. 1870. Idem der 2de klasse. R. H. J. Frank 10 jan. 1870; Idem der 3de klasse. G. Schoen, 25 julij 1862; —L. .J. P. A. van de Weeteringe Buijs , 19 julij 1869; J. G. F. Nauman, 10 jan. 1870; P. Hartman, 11 april 1870.