DEPARTEMENT DER MARINE.
g. de aangelegenheden met betrekking tot het zeehaven- en seheepvaartregime in Nederlandsch-Indië, de zeebrieven en andere nationaliteitsbewijzen van schepen en vaartuigen, de scheepsmeting, scheepvaartstatistiek, bakengelden zoomede alle verdere zaken de scheepvaartwetgeving rakende; h. het toezicht op de scheepvaart (koopvaardij) ingevolge de Schepenordonnantie 1935 (St. No. 66) en alle verdere bemoeiingen met de scheepvaart, met uitzondering van de bemoeienis met den Baad voor de Scheepvaart; i. het toezicht op de naleving van de overeenkomst met de Koninklijke Paketvaart Maatschappij betreffende het onderhouden van stoomvaartverbindingen in Nederlandsch-Indië; j. decentrale aanschaffing van vaartuigen, lichters en dergelijke, zoomede van de daarvoor benoodigde machines, ketels, motoren e.d. ten behoeve van het Gouvernement van Nederlandsch-Indië. Ingevolge G. B. 9 September 1916 No. 29 kunnen de aan het materieel van den dienst te treffen voorzieningen worden uitgevoerd in eigen beheer. Bij St. 1924 No. 104 is bepaald dat voor de bestrijding van de kosten van kantoor- en lokaalbehoeften van het Hoofdkantoor van Scheepvaart jaarlijks kan worden beschikt over het daarvoor bij de begrooting uitgetrokken bedrag. Bij G. B. 1 October 1914 No. 26 is bepaald dat bij ontstentenis vaneen of meerder aan boord van de gewestelijke vaartuigen en die voor den havendienst geplaatste schepelingen de beheerders der gewestelijke vaartuigen resp. de betrokken havenmeesters bevoegd zijn om tijdelijk hulppersoneel in dienst te nemen tegen daggeld. Maatregelen tot handhaving van orde en tucht onder de mindere schepelingen aan boord der schepen van de bebakening, van de kustverlichting en van het haven- en loodswezen zijn vastgesteld bij St. 1900 No. 192. De aanwerving van mindere schepelingen voor de haven- en loodsdiensten en van het personeel voor de gewestelijke vaartuigen, is geregeld bij St. 1911 No. 416. Voor wat betreft het werfloon zie St. 1912 No. 279 Bij Bb. No. 11793 is bepaald dat het vervoer van het personeel, bij dienstreizen, waarbij gebruik moet worden gemaakt van de door het Land dan wel door particulieren geëxploiteerd wordende spoor- en tramwegen (automobieldiensten), zooveel mogelijk zal geschieden op reisaanvragen. Naamgeving aan Gouv. vaartuigen Bb. No. 6194. Ten behoeve van de opleiding van personen voor de betrekking van motorist aan boord van ’s Lands motorvaartuigen kan worden beschikt over het daarvoor bij de begrooting uitgetrokken bedrag. Ingevolge Bb. No. 11234, gew. Bb. No. 11750 en 12552, wordt jaarlijks een bedrag van ƒlO 000.— beschikbaar gesteld voor opleiding van personen tot het examen voor het diploma van stuurman Indische kleine vaart of voor de locaalvaart, en van machinedrijver of motordrijver.
Het personeel en materieel der Gouvernements marine.
De Gouvernements Marine is sedert 1897 (St. No. 306) een burgerlijke instelling. Hare bewapening (G. B. 22 November 1910 No. 5) is van louter politioneele strekking. Bij mobilisatie kan de Gouv. Marine worden gemilitairiseerd St 1929 No. 110. ’ De schepen der Gouv. marine staan ter beschikking van de Hoofden van gewestelijk bestuur of eenige andere gezaghebbenden en worden hoofdzakelijk gebezigd tot: le. vervoer van ambtenaren, officieren, ’s Lands goederen en gelden;