DEPARTEMENT DER MARINE.
g i. ® 2 a o 2 2M s .§ M c3 cö k® C © ° o NAMEN g, is .5 S £ a SMa •“ a' ® • der S.S qö o, g> Bewapening SCHEPEN « «’B g- S Sa * gg § § & © if ?-i -S e6 E-« QQ Cts A g Mijnenvegers. Pieter de Bitter I 1936 460 55,8 7,8 22 j 1600 kn. v/7,5 cm s. aut. No. 2 1 st. mitrailleur v/12,7 mm 4 „ I „ No. 4 l.k. 1 ~ Abraham j 1936 460 55,8 7,8 22 i 1600 id. id. Crftnssen Eland Dubois | 1936 460 55,8 7,8 22 | 1600 id. id. Torpedomotorbooten. T. M. 111 | 1937 I 15,5] 18,6 1 3,8 ! 12 | 1260 I mitr. v/7,7 mm No. 1 l.k. j j J 'I ! I 1 dubbel 2 st.
B. Personeel. De sterkte der Koninklijke Marine in deze gewesten bedroeg op 1 September 1938 : 2790 Europeesche officieren en schepelingen en 1487 Inlandsche schepelingen. De regeling betreffende het personeel der Koninklijke marine-reserve is opgenomen in St. 1925 Nos. 281 en 542; 1926 No. 283; 1927 No. 422; 1928 No. 31; 1929 Nos. 7 en 260; 1931 No. 405, 1932 No 90; 1934 Nos 591 en 664 en 1938 No. 356. Voorschriften betreffende het personeel der Koninklijke marine-reserve in Ned.-Indië zijn opgenomen in St. 1926 No. 132, 1928 No. 524 en 1931 No. 481. Het Reglement betreffende de Raden van onderzoek en van appèl, voor welke een reserve-officier kan worden gebracht, is opgenomen in St. 1926 No. 132. De Wet tot regeling van de rechten en verplichtingen van zoomede betreffende de bevordering en het ontslag van de officieren der Kon. Marine-reserve is opgenomen in St. 1924 No. 492 en 1935 No. 449. De Pensioenwet voor het personeel der Koninklijke Marine-reserve is opgenomen in St. 1926 Nos. 292 en 293, 1929 No. 337 en 1937 No. 615. De regeling van den verplichten krijgsdienst in Nederlandsch-Indië is opgenomen in St. 1923 No. 408, 1924 Nos. 44, 45, 46 en 314, 1925 Nos. 46, 563, 564, 624 en 625, 1926 Nos. 66, 116, 117, 309, 314, 561 en 562, 1927 Nos. 376 en 415, 1928 Nos. 205, 211, 407 en 436, 1929 Nos. 152 en 153. 1930 Nos. 337, 338 en 429, 1931 Nos. 119, 189, 256, 374 en 375; 1932 Nos. 10,. 89, 407 en 512; 1933 No. 91; 1934 Nos. 285, 294 en 574; 1936 Nos. 182, 381 en 383; 1937 No. 524. De regeling van het korps Inlandsche schepelingen bij de Kon. Marine is opgenomen in St. 1936 No. 669, die van het korps Inlandsche bedienden bij de Kon. Marine in St. 1925 No. 552 en 1938 No. 108. In St. 1934 No. 191, laatstelijk gewijzigd bij St. 1939 No. 17, is opgenomen de „Bazoldigingsregeling Inlandsche Schepelingen 1934”. In St. 1938 No. 145. en 1925 No. 150, (laatstelijk gew. 1938 No. 145), zijn opgenomen ondérscheidenlijk een nieuwe regeling betreffende dp geneeskundige behandeling van het militair personeel der Zeemacht en een regeling betreffende het verhuren van landswoningen bestemd voor militairen der Zeemacht. Door of voor het personeel der oorlogsmarine te betalen verpleeggelden eis