Prof. Bakker geeft, hoofdzakelijk op grond van talrijke door hem en zijn medewerkers verrichte boringen, een schets van het ontstaan en de aard der talrijke geulen, door de zee als patroon over de kleistreken van Midden-Friesland, in het bizonder Westergo, gelegd. Geheel bevredigd heeft dit overzicht ons niet, immers over de voornaamste waterwegen, waarlangs het transport der sarcophagen en zerken zou hebben kunnen plaatsvinden, blijven wij in onzekerheid. En dit zou men toch gaarne inde eerste plaats hebben willen vernemen.

Staveren was toch wel de invalspoort bij uitstek voor de Rijn- en IJsselvaart, doch wordt niet genoemd. Evenmin wordt een poging gedaan de verbindingen te reconstrueren tussen Staveren en Bolsward, Leeuwarden of Dokkum, marktplaatsen van betekenis, die juist in het onderhavige tijdperk een geregeld scheepsverkeer met gans het gebied, van Maas- tot Eidermond, onderhielden, waar de beschreven kisten en zerken zulk een ruim debiet vonden.

In het voorbijgaan zij overigens herinnerd aan het merkwaardige feit, dat het juist de Friese zanddorpen Oudemirdum en Oudega zijn geweest, welke de grootste buit aan zandstenen sarcophagen en deksels hebben opgeleverd. Hieruit kan worden afgeleid dat men er niet tegen opzag, de loodzware stenen te laten komen waar de gewone vrachtschuiten geen ligplaats konden vinden. Anderzijds krijgt men de indruk, mede omdat ook het kerkhof van Beets in dit opzicht zo vruchtbaar is geweest, dat het vooral de oudste parochiekerken zijn, waar men de meeste kans heeft de zandstenen kisten en zerken aan te treffen. Hetgeen zowel een aanwijzing, kan geven omtrent de welstand der ingezetenen als omtrent het tijdperk, gedurende hetwelk men op deze grafmonumenten was gesteld.

Summa Summarum, een publicatie welke nog vele vragen ter oplossing heeft overgelaten doch waarvoor men dankbaar kan zijn als een zeer bruikbaar uitgangspunt voor toekomstige onderzoekingen.

H. Halbertsma.

1 Heiner Heimberger, Frühmittelalterliche Trapezsarge aus dem Odenwald; Badische Heimat, XXXVI (1956), Heft 2, p. 125 ss.

2 D. P. R. A. Bouw, Middeleeuwsche Beeldhouwkunst inde Noordelijke Nederlanden; Amsterdam, 1947.

H. M. Mensonides, Historische wandeling door Leeuwarden. Uitgave van de Fryske Akademy, Ljouwert, met steun van de gemeente Leeuwarden. Druk: N.V. Laverman, Drachten, z.j. (1957), kl. B°. 96 blz. geill.

Ofschoon de litteratuur over Leeuwarden en het daar nog aanwezige stedenschoon al een aardige lijst van titels omvat, ontbrak nog een klein, handzaam boekje voor hen, die, zonder te diep op de problemen in te willen gaan, op genoeglijke wijze hierover wensten te worden ingelicht. Om aan dit verlangen te voldoen, schreef de auteur nog in zijn Leeuwarder tijd dit werkje, dat dan nu door de goede zorgen van de Fryske Akademy is verschenen. Het gestelde doel lijkt mij alleszins bereikt, waartoe de 25 goed geslaagde reproducties niet onwezenlijk bijdragen.