beelden te over. In het Wierings zijn me opgevallen de woorden bed, hoovd, erremoed en ried (riet).27 Het kan wel dat me andere gevallen zijn ontgaan, maar aan de andere kant zal dit verschijnsel hier ook wel een relict zijn, terwijl het in het Fries veel duidelijker is en aan regels gebonden. Voor de andere Noordhollandse dialecten kan ik hierover niets zeggen. Karsten laat er zich niet over uit en het verschijnsel is me daarin ook niet opgevallen. Dat geeft echter geen enkele zekerheid, daar ik het Wierings verreweg het meeste heb gehoord. Dat dit verschijnsel in het Zaans (nog) zou voorkomen geloof ik stellig niet.

Tot nu toe heb ik alleen klankovereenkomsten of althans mogelijke verwantschappen genoemd. Aan het onderzoek van de syntaxis is nog heel weinig gedaan, maar algemeen bekend is toch wel dat Friezen en Noordhollanders (met Groningers) de neiging hebben het vervoegde werkwoord na de onbepaalde wijs te plaatsen, bv. hij durfde niet uitspreken wat hij allemaal zeggen wilde. Hiervoor verwijs ik verder naar de studie van A. Pauwels.28 Maar ik leg er nog wel de nadruk op dat ook in dit geval men alleen kan spreken vaneen voorkeur.

De woordenschat wil ik in dit verband buiten beschouwing laten. Woorden worden dikwijls gemakkelijk overgenomen en we kunnen zelden of nooit nagaan langs welke weg dat gebeurt en hoe het in zijn werk gaat. Overname van woorden zegt natuurlijk wel iets over onderling contact, weinig of niets over onderlinge verwantschap.

Zoals ik boven al schreef heb ik niet meer kunnen doen dan enkele suggesties geven. Men zou niet alleen een grondiger kennis van de Friese en Noordhollandse dialecten moeten hebben om meer verschijnselen van deze aard te vinden en de genoemde verschijnselen met meer voorbeelden duidelijker toe te lichten, men zou eigenlijk ook moeten weten in hoeverre het Fries en het Noordhollands in deze verschijnselen eventueel afwijken van andere dialecten. Eerst dan zouden deze verschijnselen, waarin ze verwantschap vertonen, meer bewijskracht krijgen. De uitgave, die ik hiervoor aan de Fryske Akademy suggereerde, zou dus moeten besluiten met iets dergelijks, voordat men met meer recht dan tot nu toe de verwantschap wil poneren. Ilc heb niet meer willen en kunnen doen dan nóg een mogelijkheid aanwijzen, ik heb zeer zeker nog niet het Noordhollands weer ingelijfd bij het Fries.

Jo Daan.