die inde loop der jaren over het onderhavige onderwerp waren verschenen, doch het bezwaar was, dat zij zich meestal beperkten tot een bepaalde periode of facet.1 Enkel uit behoefte aan een samenvattend overzicht ontstond deze schets, die opgebouwd is uit gegevens, voor een zeer groot deel ontleend aan deze monografiën.1

Dorpstaken en dorpsadministratie

Vóór de Reformatie

Het Friese dorp was toen een eenheid op kerkelijk gebied en droeg de naam kerspel of parochie. De inwoners van het dorp als kerkelijke eenheid waren geheel dezelfden als de inwoners van het dorp als burgerlijke gemeenschap: zij kozen de pastoor en tevens de atta. Het dorp als kerkelijke gemeenschap, de parochie dus, kreeg na verloop van tijd door legatering, erflating of toedeling uit de gemene gronden haar eigen vermogen. Dit bestond uit:

a. Het bezit van de Kerk zelf: het „Patroonsgoed” bestaande uit huizen, grondpachten en vaste renten, dat beheerd werd door voogden, waaronder de pastoor zelf. Het diende inde eerste plaats voor het onderhoud van kerk en kerkhof, aanschaf en onderhoud van de ritualia, het onderhoud van de armen.

b. De Beneficia, die dienden voor het onderhoud van de pastoor, de vicaris, de koster en soms ook voor dat van de schoolmeester, hoewel de beide laatstgenoemden ook wel hun tractement hebben genomen uit patroonsgoed.

Als burgerlijke eenheid had het dorp tot taak:

a. Aanleg en onderhoud van dijken en waterkeringen, aanvankelijk misschien individueel uitgevoerd, later in ~meente”-verband.

b. Bepaalde bemoeiingen op landbouwgebied, bijvoorbeeld de verdeling van de „hemrik” om de vier jaren, enz.

c. Verdere taken ten behoeve van verdediging en rechtspraak. Inde latere Middeleeuwen bedreven sommige dorpen ook „buitenlandse politiek”: zij sloten soms individueel verbonden met andere steden enz.

Na de Reformatie

Na de Staatsresolutie, die in Friesland de „Alteratie” bracht in 1580, veranderde er geestelijk wèl, doch materieel niet zo heel veel voor het dorp als kerkelijke en burgerlijke gemeenschap. Beneficia,

1 Deze schets, die als geheugensteuntje voor intern gebruik was bedoeld, droeg oorspronkelijk de titel: „Verenigingen van Plaatselijk Belang of Dorpsbelang en Dorpsadministraties in Friesland”.