liefdadigheid een willig oor. Uit de onder hun beheer staande fondsen droegen de gasthuisvoogden het leeuwenaandeel bij, zowel voor het monument in engere zin alsook voor de luisterrijke feestviering. Daarbij verkeerden zij inde gelukkige omstandigheid, dat er nog een afzonderlijke som gelds beschikbaar was, die steeds buiten de eigenlijke administratie van de stichting werd gehouden en bekend stond als het „Separate Fonds”.1 Dit fonds was op een enigszins merkwaardige wijze ontstaan. Toen de stad Bolsward in 1810 op last van hogerhand de voormalige Bagijnekerk laatste schamel restant van het Heilige Geest kloostercomplex 2 tot een kazerne moest laten verbouwen en inrichten, kwam het voogdencollege van het St. Anthony Gasthuis het stadsbestuur verblijden met een aanzienlijke subsidie groot / 19086—18 st. Een paar jaar later ontving de stad wegens verkoop van „fournitures” een bedrag ad ƒ 5723—15 st. terug en restitueerde dit aan het St. Anthony Gasthuis. De voogden deden uit dit vrij belangrijke fonds bij herhaling rijke schenkingen, zodat in 1822 nog restte een bedrag groot ƒ 1501.90. Deze som stelden de heren gasthuisvoogden in haar geheel ter beschikking van de commissie tot oprichting van het gedenkteken, daarmee een einde makende aan het bestaan van het zgn. „Separate Fonds”, doch tevens de grondslag leggende van het voor de uitvoering van het monument benodigde kapitaal. De stad Bolsward gaf vijf honderd en twintig gulden ten geschenke, maar ook met deze twee bedragen zou men niet in staat zijn om alle onkosten te bestrijden, daar deze uiteindelijk / 3521.90 beliepen! Ondanks dit voor die dagen zeker respectabele eindcijfer konden de initiatiefnemers de afrekening rustig onder ogen zien, want het St. Anthony Gasthuis was nogmaals goed voor zegge en schrijve vijftienhonderd gulden.3 Aldus kon de financiering vaneen en ander niettegenstaande het nogal opgelopen eindbedrag zeer eenvoudig worden gehouden: de dekking van de gezamenlijke uitgaven bestond immers slechts uiteen drietal fondsen, t.w. een betrekkelijk gering van de stad en twee grote dank zij de vrijgevigheid van de gasthuisvoogden. Er was dus geen sprake van financiële deelname door de inwoners van Bolsward en omgeving, zoals men na het lezen van Ds. Joost z n bijdrage inde „Rimen en Teltsjes” licht zou kunnen veronderstellen ....

Trouwens, ook de herdenkingsplechtigheid inde Martinikerk en het glansrijke avondfeest bleken slechts voor een zeer beperkte categorie

1 Ms. -inventaris archief St. Anthony Gasthuis, a.w., p. 74.

2 Vgl. W. H. Keikes, Bolsward, ouderdom met gratie, Bolsward 1950 p. 10. 3 Ms. – inv. archief St. Anthony Gasthuis, a.w., no. 324 (rekening met bij-

lagen betr. de Gysbert Japiksberdenking).