de U.S.A. werd geroepen. Als merkwaardigheid moge hier nog worden vermeld, dat deze John Quincy Adams op 10 januari 1781, toen hij nog met zijn vader in ons land vertoefde en reeds onze taal enigszins aangeleerd had, als student werd ingeschreven (nog slechts 14 jaren oud) aan de Leidse Universiteit. De pedel boekte hem als „ Americanus”. John Ouincy was, voorzover mij bekend, de enige Amerikaanse President, die in zijn jeugd een Nederlandse Universiteit bezocht. Het geslacht Adams leverde nog vele generaties van prominente figuren op. James Truslow Adams (zelf niet aan dit geslacht verwant) spreekt in zijn boek „The Adams Family” van „the most distinguished family in the United States”.

Het was John Adams, die kort voor zijn aftreden als president, tot Chief Justice of the Supreme Court benoemde: John Marshall, de man, die in 1803 zijn beroemd geworden uitspraak (later verder uitgewerkt) formuleerde, dat de Constitutie der Verenigde Staten van hogere orde is, dan alle andere wetten der U.S.A., welke mitsdien door het Hoogste Gerechtshof aan de constitutie moeten worden getoetst. Men weet, hoe belangrijk deze doctrine voor het staatsrechtelijk leven inde U.S.A. is geworden. Ook heden ten dage brengen de couranten ons merkwaardige voorbeelden van deze toetsingen. Ik heb niet kunnen vinden, dat deze John Marshall een voorvader is van George Marshall, wiens naam verbonden is aan de „Marshall-hulp”. Een band „Adams-Marshall” kunnen wij dus niet reconstrueren. Maarde „Marshall-hulp van 1782” met een rolverdeling „geboden en ontvangen”, juist omgekeerd aan die van thans, ligt daar als een historisch feit, waarop de spelers van de rollen in beide landen trots waren. (Dit blijkt o.a. uit de brieven van John Adams). Het leek mij niet alleen aantrekkelijk, doch ook nuttig, om op dit feit nog eens de aandacht te vestigen. Moge de „balans der goodwill”, opgesteld ineen volgende uitgave van Vlekke’s zeer lezenswaardig boek „Amerika en wij”, ook deze 1782- historie straks als een factor ten gunste van ons land kunnen vermelden. Dat zou geheel zijn inde geest van John Adams, die op 10 mei 1783 uit Parijs naar Friesland schreef;

„Your Republiek, I am persuaded, will have no Cause to repent of the Part She has taken in favor of America – may the Friendship,

Correspondence and Alliance between the two Nations be perpetual”. In Friesland, dat door Pieter Stuyvesant van Scherpenzeel en door zijn talrijke Friese emigranten zo nauwe banden had en behouden heeft met de U.S.A., zullen deze woorden zeker weerklank vinden.

Mr. N. Hendrik Muller.