vrijwel eenstemmige meening van allen die er over oordeelen kunnen, dat zij op zoo geweldige wijze in het economisch, leven heeft ingegrepen, dat zij staatsbedrijven heeft geschapen en geplaatst onder leiding en direct toezicht van den Staat, waarmede zij de productie van alles, wat noodig was om den oorlog te voeren, tot het honderdvoudige opvoerde.

De heer Mr. J. A. Levt: Door dwang!

De heer van den Tempel: Door dwang, zegt de heer Lett. In de eerste plaats wil ik dan constateeren, dat men niet tegelijk kan zeggen: het is gelukt door dwang,en: destaatsexploitatie is een mislukking geweest. Zij is gelukt door dwang, en daarop wil ik antwoorden, maar dan constateer ik toch eerst dat zij gelukt is, en daarom is het in de eerste plaats te doen. Nu zegt men dus: het is gelukt, maar door dwang. Door dwang eigenlijk niet, maar ik geef toe, er is een eigenaardig element bij gekomen. Die tienduizenden arbeiders in de Engelsche munitiefabrieken zijn niet gedwongen, maar er is gewerkt op hun vaderlandsliefde, op hun chauvinistische gevoelens. Er is gezegd: als gq Uw uiterste best niet doet voor een particulieren ondernemer, dan moet gij nu toch begrijpen dat het er om gaat. Uw natie en Uw land de overwinning te doen behalen op de boches. Nu moet ge dus wel hard werken! Dat motief heeft dus op de Engelsche arbeiders ingewerkt, maar daarmede bewijst men alleen, dat men niets bereikt als men op de arbeiders een beroep doet voor een particulieren werkgever, maar dat wel iets bereikt als men wezenlijk goede motieven aanvoert, zooals de Engelsche arbeiders meenden, dat toen het geval was. Als wij dus bij socialisatie voortdurend er op wijzen, en dat moeten wij doen, dat er nu geen kapitalist meer staat tusschen den arbeider en de productie, geen werkgever, die het grootste deel 'van de winst opslurpt, dat al hetgeen de arbeider voortbrengt hem zelf onmiddellijk ten goede komt, omdat hjj rechtstreeks betrokken is bij de uitkomst van productie, als wij dus het gemeenschapsgevoel naar voren kunnen brengen, dan geloof ik dat wij de verkeerde stroomingen die er op het oogenblik onder de arbeiders zijn kunnen keeren en wij met goed gevolg een beroep zullen doen op het verantwoordelijkheidsgevoel van den arbeider tegenover de gemeenschap.

w o C 5 JNogmaals, het spijt mij dat ik elk punt op zich zelf slechts even kan aanstippen, maar men zal het mij niet ten kwade duiden dat ik mij zeer bekort.

Mr. Lett zeide verder dat de Staat, als liy de exportnijverlieid ging socialiseere» en monopoliseeren, den vryhandel zou moeten opgeven, aangezien hij anders zou moeten vreezen voor dumping. Ik kan die quaestie hier in dit verband niet behandelen, Mr. Levt zal de eerste zijn om mij toe te stemmen dat het een vrij ingewikkelde zaak is, maar ik constateer dat ik